30 November 2006

de vloeibaarheid van het zelf

Na dag twee bij de 'residential' van Tony Parsons in Wales (zie hieronder) voelde ik me de helder, vrolijk, licht en stralend, zodanig dat het zelfs voor anderen waarneembaar bleek.

Wat Tony zei kon ik verbinden met eerdere ervaringen in de laatste zes jaar, en plotseling zag ik wat hij bedoelde. Daarna werd het alleen maar leuk. Ik lach me suf om het denken dat zich onophoudelijk en wanhopig in bochten wringt. Het jaagt op de eigen staart, waar het telkens glimpen van opvangt maar die het nooit echt te pakken krijgt en nooit te pakken zal krijgen.
Het is alsof je met een volle gereedschapskist probeert om licht te ontleden om een er een beter begrip van te krijgen. Je klopt, schroeft, beitelt, zaagt, timmert dat het een lieve lust is, maar een kind kan zien dat het gereedschap je op geen enkele manier ten dienste is.
Wel erg grappig.

Wat me vooral duidelijk werd was dat ons idee van een 'zelf' zo willekeurig is en vloeibaar is, en daarom helemaal niet zo strikt en onaantastbaar als ik vaak geneigd was te denken.
Om te beginnen: als je geen idee zou hebben hoe ons lichaam er uit zag, en je moest het op grond van je interne waarneming tekenen, zou het helemaal niet lijken op wat we zijn gaan zien als een menselijk lichaam. Toen ik op mijn rug lag, kon ik zelfs niet goed vaststellen of mijn achterhoofd zich voor of achter mijn neus bevond.
Over neus gesproken, die lijkt vanuit de interne waarneming ook al niet op een neus. En als ik verkouden ben, is mijn ervaring van mijn neus weer totaal anders. En twee ogen? Hoe moet ik daar op komen? Als ik net gegeten heb, ervaar ik mijn buik anders dan als niet net gegeten heb. Als ik me lichamelijk inspan voel ik mijn spieren, mijn hart klopt sneller, ik haal sneller adem, en dat levert weer heel andere sensaties. En dan zijn er nog de momenten dat er zelfs helemaal geen lichaamsbesef is, als ik bijvoorbeeld helemaal in een spannend verhaal ben verdwenen. Om nog maar te zwijgen van wat er met dat 'zelf' gebeurt als we slapen.

Al met al is het vreemd dat wij zo zeker menen te weten wat van 'ons' is, en hoe dat in elkaar steekt.

Het leven is feitelijk een aaneenschakeling van ervaringen, sensaties, indrukken. Wij bezorgen onszelf een hoop gedoe door die ervaringen, sensaties en indrukken te koppelen aan een bepaald lichaam, een bepaalde persoonlijkheid, die we een vrije wil toekennen, verantwoordelijkheid, schuld, schaamte.
Het is een verhaal dat we onszelf vertellen. Een spannend verhaal, vaak, en net als een goed boek zo boeiend dat het ons niet los laat. Om de één of andere reden geeft het een hilarisch gevoel om te zien hoe we onszelf in die waan houden.

All there is is this.

29 November 2006

de lol van mensen spreken

Ik was in Rusland, ik logeerde daar bij een familie, dacht ik. Ik stond op een kruispunt, ik moest kiezen om hier door te gaan of terug naar de school waar ik door wilde studeren. Als ik terug wilde naar de school, moest ik wel zorgen dat ik op tijd mijn collectie paddestoelen had ingeleverd.

Zo werd ik wakker. Er was meer, natuurlijk, maar bij het wennen aan de dag vrij snel achter de 'event horizon' verdwenen.

Nu in een iets te koud huis achter (of vóór?) de computer, Bach's Passacaglia en Fuga in C klein in mijn oren.

Voor het eerst in mijn leven ga ik serieus proberen te minderen met eten; er zijn steeds meer kleren die ik niet meer aan kan, en dat zint me niet.
Dus niet meer snoepen. Meer fruit en groente, geen roomboter, en bij een aanvechtig om te gaan eten eerst maar een kopje thee drinken. Het valt me op dat ik regelmatig besluit wat te gaan eten als ik me wat verveel of een pauze nodig heb. Het is een vulling van tijd. En het geeft naderhand vaak een prettig, voldaan gevoel.

Vandaag was een sociaal dagje voor iemand die veel dagen thuis werkt met alleen een korte uitwisseling met Fatima bij de kassa van Dirk.
Eerst een werkafspraak, daarna buurten bij een collega elders in het gebouw, en 's avonds eten bij Jopie en Keimpe.
Mensen zien en spreken is interessant.
Waarom?
In een gesprek zie ik mezelf in de scenario's die een ander schetst.
Ik krijg de kans om de eigen gedachten en ervaringen in woorden te vatten, soms verrassend.
En wat nog meer?

09 November 2006

Buckland Hall

Gistermiddag meegereden met een echtpaar, de man Iers, de vrouw kwam uit het Midden Oosten (had ik nooit geraden, met haar rode haar en lichte huid). Ze heeft een Franse moeder en had in Parijs gestudeerd. Nu waren zij en haar man bezig om naar Geneve te verhuizen, waar hij een baan had aangenomen.

De lucht was grijs, de temperatuur warm voor de tijd van het jaar, de bomen nog steeds erg groen, het landschap glooiend en het verkeer reed goed door, zodat we nog net voor het vallen van de duisternis aankwamen bij Buckland Hall, waar licht vrijgevig uit de grote ramen straalde.

In totaal zijn er ongeveer honderd deelnemers hier in Buckland Hall, en deze 'residential' is hier momenteel de enige activiteit. De mensen van het hotel zijn heel vriendelijk, gastvrij en zorgzaam. De maaltijden zijn strikt vegetarisch, en men verzoekt de gasten zelfs om geen vlees, vis of eieren naar binnen te brengen. Het schijnt dat het hotel geleid wordt door een boeddhist, en dat het strenge vegetarische regime daarin zijn oorsprong vindt.

Ik had gedacht dat ik wel de enige deelnemer uit Nederland zou zijn, omdat Tony Parsons ook regelmatig in Nederland komt, en wie is er dan zo gek als ik om daarvoor naar Engeland te gaan. Maar ik deel om te beginnen al een kamer met een Nederlandse, een Duitse en een Engelse. En er bleken een heleboel Nederlanders hier rond te lopen, waarvan ik een aantal al eerder was tegengekomen bij bijeenkomsten van Byron Katie. Verder zijn er ook nog een hele zooi Amerikanen.

Hm. Het viel me op dat er nogal wat mensen als groupies de diverse optredens van Tony volgen. Vanavond sprak ik een Tom, oorspronkelijk uit Glasgow maar al 22 jaar woonachtig in Toronto, die tot nu toe al 9 keer was overgevlogen om twee keer per jaar zijn dosis Tony Parsons op te doen.
Er is dus een soort circulerend circuit, als ik even zo tautologisch mag zijn, van mensen die elkaar op veel soortgelijke bijeenkomsten telkens weer tegenkomen.
"Ben je ook nog naar andere leraren geweest?" is zo'n vraag die je hier regelmatig te beantwoorden krijgt. Terwijl Tony Parsons diudelijk laat weten dat er niet zoiets is als een leraar, en er ook niemand is die les geeft.

Behalve dat mensen uit diverse windstreken hier tijdelijk neerstrijken, hebben velen van hen vaak een internationaal verhaal. Een Deense die op haar 17 naar Engeland kwam om Engels te leren, en hier 38 jaar later nog woont. Een Zwitser die eveneens naar Engeland is geëmigreerd. Een Française die op een bijeenkomst met Byron Katie aan een Zweed is blijven hangen en nu met haar twee kinderen bij hem is ingetrokken in Stockholm.
Omdat de gemiddelde leeftijd hier naar schatting rond de 50 ligt, hebben velen ook wel wat interessants te melden over hun leven. Er zijn relatief veel mannen, toch wel zeker 40%, en de meeste zijn kaal midden op hun hoofd, waardoor het me soms lastig valt om sommige van hen uit elkaar te houden.
Het weer is geweldig, helder zonnig, 's ochtends met nevelslierten, wel een beetje fris.

Het eten is superlekker, lastig om maat te houden.

Tony verkondigt telkens weer dezelfde boodschap: er is niemand, er is niets, en tegelijkertijd alles, er is geen keuze, want er is niemand die een keuze maakt, en alles is één. Er is geen ruimte en tijd, en het idee dat je een persoon bent die losstaat van de rest, dat is alleen maar een verhaal.
Genoeg gelegenheid dus om me weer lekker helemaal in de war te laten brengen.
Tussen de bedrijven door loop ik hier over het landgoed, groene weilanden, een rivier, heuvels, bossen, schapen, paarden en oude knoestige bomen. Nu ja, kijk maar naar de plaatjes. Ik heb het erg naar mijn zin.

07 November 2006

het vliegtuig dat ik niet miste

Nu ik in den vreemde ben en tegelijkertijd niet de druk voel om iets nuttigers te doen, schrijf ik graag wat over mijn belevenissen.

'In den vreemde' is relatief, want ik zit bij Rolf in Slough, ten westen van Londen, waar ik al verschillende keren eerder gelogeerd heb. Elke keer weliswaar in een ander huis. Dit is al het vierde onderkomen sinds mijn eerste bezoek, dus 'vreemd' en toch vertrouwd.

De nacht voorafgaand aan mijn reisje was kort, want tot over tweeen werkte ik om nog enkele losse eindjes vast te knopen, en voor zevenen ging de wekker alweer, want ik moest nog pakken en mijn geheugenstokje vullen met wat stukken die ik tijdens mijn reisje wil bestuderen: een verslag van de voortgang bij De Ruimte, en artikelen over het placebo-effect. Nog wat laatste emailtjes schrijven en wat essentiele informatie zoals adressen en telefoonnummers van belangrijke contactpersonen overnemen. Paspoort, creditkaart, telefoonoplader, etc, etc.

Keurig op tijd verlaat ik het pand, en bedenk bij het pontje BLAST!, mijn geheugenstokje thuis laten liggen. Terug of niet? Doe maar niet, want dan kom ik misschien net te laat bij de incheckbalie, want stel dat de trein vertraging heeft of zo ....

Bij de incheckbalie krijg ik te horen dat het vliegtuig 1 uur 20 minuten vertraging heeft, vanwege de mist, zei ze, en dus niet om 12 uur zal vertrekken.

Hm. In dat geval, reken reken reken, kan ik nog wel weer even terug naar huis en mijn stokje ophalen. "Oh ja," zegt de incheckdame, "dat redt u gemakkelijk."
Zo gezegd zo gedaan. De verbindingen zijn keurig, de trein sluit goed aan op het pontje, in 14 minuten loop ik heen en weer tussen pont en huis, precies op tijd voor de volgende overtocht, en ik pak nog net de intercity terug naar Schiphol.
Kwart voor 12, prima, ruim op tijd. Dan blijkt dat het vliegtuig toch zomaar om 12.15 vertrekt. Pff, dat is flink doorlopen en hopen dat de beveiliging niet teveel tijd in beslag neemt. Om 5 over 12 sta ik bij de gate, waar ik dan samen met de andere passagiers 20 minuten wacht voordat we mogen instappen.
Zo, nu even een bavaria.
Bij wijze van spreken dan.

Hoewel de captain aankondigde dat het in London Luton 'slightly greyer and slightly mistier' zou zijn dan in Amsterdam, viel dat mee. De zon kierde met groeiend zelfvertrouwen door het wolkendek.
In de greenliner naar London sufte ik even weg, en bedacht dat ik, hm, ook mijn zonnebril vergeten had. Ah well. Wie weet bleef het bij slechts deze ene zonnige middag.

In Londen liep ik van Baker Street naar Paddington Station, genietend van de zon. Er was een 'Paddington Walk' aangelegd waar je tussen hoge kantoorgebouwen en winkels in relatieve rust (want geen gemotoriseerd verkeer) de drukte van Edgware Road en Marylebone Road kon ontlopen.

Op Burnham Station stond Rolf me op te wachten, en samen liepen we de 20 minuten naar zijn huis.

Helaas zullen home-made plaatjes bij dit verslag ontbreken. Mijn camera heeft kuren en moest daarom thuisblijven, wachtend op inspectie door deskundig oog. Mijn plan om mijn wachttijd op Schiphol te gebruiken om tax-free een superlichtgewicht toestel te kopen als aanvulling op mijn 10x optische zoomcanon kon ik om bovengenoemde redenen niet uitvoeren.
De kans lijkt me klein om tussen nu en morgenochtend nog een mogelijkheid te vinden om foto's te kunnen gaan maken.

Morgen ga ik naar Wales, naar Bwlch, midden in nergens.
Daar doe ik mee aan een Residential van Tony Parsons in een oud landhuis dat dienst doet als conferentiecentrum: Buckland Hall. 'set amidst the mountains of the Brecon Beacons National Park' (neem een kijkje, het ziet er prachtig uit). Via de organisator kwam ik in contact met een echtpaar dat ook vanuit Londen daarheen reist. Dat vind ik heel prettig, want zo'n plek midden in nergens kun je met het openbaar vervoer haast niet bereiken.

Wel, zondag ben ik weer terug in de bewoonde wereld, wie weet komt dan een vervolg.

Powered by Blogger