07 January 2006

Vliegen

Mijn vliegreis verliep heel voorspoedig.
Hoewel ik acht jaar geleden op weg naar Nieuw-Zeeland nog meemaakte dat een vliegtuig maar voor de helft gevuld was, waren nu bijna al mijn vluchten tot de laatste stoel bezet.

Ik geloof dat vliegmaatschappijen veel meer samenwerken om het aantal vluchten tot het minimum te beperken door vluchten samen te voegen en daardoor de prijs zo laag mogelijk te houden. Zo werd me verschillende keren verteld dat mijn vlucht gecancelled was en vloog ik soms met een andere maatschappij naar mijn volgende bestemming.

Tot nu toe vind ik een spannend boek nog de beste manier om een lange vliegreis aangenaam door te komen. Er worden tegenwoordig wel allerlei films aangeboden waarvan sommige ook nog leuk zijn, maar het geluid in de koptelefoons vind ik frustrerend slecht en vergalt mijn plezier. Misschien is het allemaal beter te doen als je je eigen koptelefoon meeneemt.

Zo zat ik dus op weg naar Hong Kong het grootste deel van de tijd te lezen.
Uiteindelijk merkte Jayshree, de Indiase dame naast me, op dat ik wel een heel interessant boek moest lezen.
"Mja", vond ik. Het was THE INTERNATIONAL BESTSELLER "The Time Travellers Wife" van Audrey Niffenegger.
Het thema, reizen in de tijd, trekt me omdat ik tijd heel fascinerend vind. Ook krijg je met een thema als dit natuurlijk te maken met zaken als vrije wil en predestinatie. In dat opzicht bleef het boek wat mij betreft toch teleurstellend, en niet overtuigend. Wat wellicht ook niet kan, anders zou reizen in de tijd bestaan.

Maar zo kwamen Jayshree en ik in gesprek over dit thema, over vrije wil en determinatie en over haar vele andere reizen, en over geloof en hoe ze van haar Indiase woonplaats Bombay en een baan als general prosecutor met haar man mee verhuisd was naar Bangkok in Thailand waar ze nu huisvrouw speelde, zoals ze zei. Later voegde haar man zich ook in het gesprek. Hij las het boek "The world is flat", en dat ging over veranderingen in de wereldeconomie, waarin werd betoogd dat uiteindelijk de economische veranderingen voor een meer egale verdeling van welvaart zou zorgen.

Hij werkte als accountant bij een bedrijf dat over de hele wereld hotel/resorts ontwikkelde, waarbij een van de in zijn ogen positieve punten was dat zij een meer intensieve relatie met hun klanten onderhielden, waarbij ze bv. een database bijhielden over hun diverse wensen, behoeften en gewoonten om hun klanten beter van dienst te kunnen zijn.

Ik vind dat idee maar een beetje eng, dat ergens genoteerd zou staan hoe ik graag mijn ontbijt wil hebben. Zo kom ik nooit meer voor een verrassing en een nieuwe ontdekking te staan. En misschien wil ik over een jaar wel ontbijten met een bakje verse vruchten in plaats van met toast met marmeladejam of zoiets.

Bij wijze van grap opperde ik dat vliegmaatschappijen ook wel wat met customer relations databases konden doen, door mensen met vergelijkbare interessen bij elkaar te zetten.
"Ik vlieg altijd Cathay Pacific omdat ik daar altijd nieuwe vrienden opdoe".

Het gesprek eindigde in ieder geval in een wederzijdse uitwisseling van adressen en de uitnodiging om elkaar op te komen zoeken.

Hmmm. Bombay of Bangkok? Of allebei?

In ieder geval is daar lekker warm.

De kou hier terug in Nederland is nog wel te doen, maar dat grijze, dat donkere, gevoegd bij een jetlag en een groot gebrek aan slaap zorgde ervoor dat ik tijdelijk onderdook in een sombere stemming.

Terug in mijn eigen huis, dat tijdens mijn afwezigheid het onderkomen was geweest van drie mensen, voelde ook nog niet als echt thuis. Diverse spullen kon ik niet terugvinden omdat ze op een andere plek lagen, en het rook anders dan ik gewend was.

Maar na wat gemiezer en gemopper, een goede nachtrust, een kopje koffie en bezoek van Fleur is dat nu allemaal weer verleden tijd.....

Blote benen

Mijn laatste dag in Christchurch was lekker warm (niet zo warm als de 47 graden in Sydney, gelukkig...). De hele dag kon ik lekker met blote benen en een luchtig shirtje rondlopen.

's Avonds besloot ik nog even een restaurantje op te zoeken voor een kopje Noodle Soup of zoiets. Het was al donker en minder warm.
Ik overwoog of ik een lange broek aan zou trekken maar besloot dat een korte nog best kon.

Ik was twee blokken verder toen ik merkte dat een auto achter me langzamer begon te rijden. Nee, hè? Ik gaf geen sjoege en gelukkig reed hij door.
Op de volgende straathoek zag ik een paar jonge vrouwen staan, opgetut en met korte rokjes maar, tot mijn verrassing, met witte sportschoenen. Op de tegenoverliggende straathoek onderhandelde een automobilist met een andere dame, met lange benen in hoge hakken.

Plotseling voelde ik me kwetsbaar en heel erg bloot.

Na mijn kopje Noodle Soup liep ik via een andere route terug naar het hostel, maar ook daar waren sommige straathoeken bevolkt met verkoopsters.

Ik wilde niet meemaken dat een man zijn raampje zou opendraaien om mijn prijs te vragen, terwijl ik het voor hetzelfde geld (!?) ook vermakelijk zou kunnen vinden, maar het vermaak is nu aan de terugblik voorbehouden.

02 January 2006

Herinneringen opdoen

Nu mijn thuiskomst dichterbij komt, ben ik enigszins geneigd een balans op te maken: was het wel leuk en was het wel ergens goed voor?

Ik herinner me hoe ik acht jaar geleden met een groepje een wandeltocht ging maken langs het Greenstone en Caples Track in de buurt van Glenorchy, niet ver van Wanaka, en dwars door het gebied waar later een groot deel van The Lord of the Rings werd opgenomen. De wandeltocht was heel zwaar, zwaarder dan wat ik daarvoor ooit had gelopen, terwijl ik op dat moment eveneens een betere conditie had dan ik daarvoor ooit gehad had. Toen wij de tocht liepen, met Pasen, was het nogal druk en moesten we zorgen dat we op tijd bij onze hut waren om verzekerd te zijn van een plekje voor de nacht. Als je te laat kwam moest je op de grond of buiten op de waranda slapen. Sommige wandelaars hadden, in tegenstelling tot ons, dan wel een tent bij zich, maar in april kan het hier 's nachts al flink koud zijn, met nachtvorst aan toe.
Het tempo lag dus hoog en bij aankomst bij de hut kon ik nog net snel mijn schoenen uittrekken en mijn slaapzak uitrollen voordat ik crashte en vrijwel direct in een diepe slaap viel, waar ik even uit wakker werd om iets te eten, waarna ik helaas niet in staat was mee te doen met alle gezelligheid, waar ik vrijwel onverstoorbaar doorheen sliep.
Sommige anderen van ons groepje gaven toe dat zij het ook wel zwaar vonden, en dat ze het soms helemaal niet zo leuk vonden, met zoveel kilo's op je rug glibberen over gladde boomstronken en rotsen, hangend aan takken om je evenwicht te houden, zompend door de zoveelste bergstroom en voortdurend blaren.
"Waarom doe je het dan eigenlijk?" vroeg ik haar.
"Nou, als ik weer thuis ben is het wel leuk om op terug te kijken," zei ze.
"Dus als ik het goed begrijp ben je nu vooral bezig om leuke herinneringen op te doen?"
Ja, daar kon ze het lachend wel mee eens zijn.

Los van het feit dat ik het op het moment zelf meestal erg goed naar mijn zin heb gehad, zijn de herinneringen aan een scala aan ervaringen beslist een kostbaar nevenproduct van mijn reisje.

Wat een ervaring bijzonder of aangenaam maakt is een bepaalde atmosfeer waarbij ik als het ware kan verdwijnen in de ervaring zelf en niet wordt afgeleid door allerlei gedoe om me heen. De stilte op het zuidelijkste puntje van Tasmanie vond ik heel aangenaam, en weten dat ik niets hoef. Geen toegangsbewijs en geen sluitingstijd.

Snorkelen in de nacht bij een Hondurees koraaleilandje met het universum beneden me en boven me was ook heel bijzonder.

Het gaat om een atmosfeer waarbij dat-wat-groter-is-dan-ik mij in betekenisvolle zwijgzaamheid omarmt en mij doordringt van een besef dat.... tja, van een besef dat je niet in woorden kunt uitdrukken.

Dat soort atmosfeer tref ik bijna per definitie niet aan bij allerlei toeristische attracties. Het is niet een soort snobisme waarom ik er niet heen wil, zoiets als: dat is voor de massa en niet voor mij. Als ik er heen kon zonder alle drukte eromheen zou ik het graag doen.

Ik heb ook ontdekt dat ik het reizen zelf heel leuk vind, wandelend van A naar B, met de bus, met de trein, met het vliegtuig, met de auto.
Ja, tot mijn verrassing heb ik erg genoten van het reizen met een autootje. Het landschap om me heen zien veranderen en telkens de verrassing van wat er straks weer te zien zal zijn. Wat allemaal nog leuker was als er weinig verkeer was, zodat ik me meer kon richten op alles wat er om me heen te zien was.

Misschien later meer, anders komt mijn volgende (laatste?) bericht waarschijnlijk weer vanaf mijn thuishonk.

Wind

Gisteravond zag ik op tv nog een echte Nieuw-Zeelandse film: Whale Rider, over een meisje dat in een Maori gemeenschap opgroeit en door haar grootvader niet herkend als de door 'the ancients' aangewezen nieuwe leider en pas erkenning krijgt als ze tegen alle verdrukking in toch de juiste eigenschappen blijkt te vertonen. Vanaf het begin van de film is duidelijk waar het heen gaat, maar ik vond vooral interessant dat je hiermee een kijkje lijkt te krijgen in de ideeenwereld van de Maori. Die ideeenwereld lijkt net als bij de Aboriginals in Australie veel fantasievoller en creatiever te zijn dan die van de 'pakiha' (blanken).

Vanochtend brachten Jo en haar vader mij naar het treinstation van Dunedin, waar de bus naar Christchurch al stond te wachten.
Er was harde westenwind voorspeld, maar vanochtend was het nog helemaal windstil en overigens ook vrijwel uitgestorven op de weg.
Een westenwind betekent warmte, een oostenwind betekent kou.
Warm dus, vandaag.
Inderdaad.

De buschauffeur vond het niet leuk, die harde wind. Hij vertelde me dat hij liever regen of zelfs sneeuw had dan deze wind. Ik was wel blij met het mooie heldere weer, met telkens een heel groen uitzicht van meestal weilanden vol schapen, soms koeien, herten of lama's, en in de verte de bergketen van de Southern Alps.

Hoe het komt weet ik niet, maar net als 8 jaar geleden viel me op dat de kleuren hier in Nieuw-Zeeland meer verzadigd lijken te zijn dan overal elders waar ik geweest ben, met uitzondering misschien van Tasmanie. Het groen van het gras is zeer helder groen met heel witte schapen, als het gras geel is is het opvallend diep geel, de lucht lijkt een dieper blauw te zijn en de wolken helderder wit.

(Hm, ben ik in een wasmiddelreclame terecht gekomen? Dat doet me er aan denken dat mijn grootvader ooit een prijsje heeft gewonnen met het bedenken van een wasmiddel slagzin: "Zo blauw als het meer van Como, zo wit wordt uw was met OMO").

Ook het water in de rivieren heeft een bijzondere kleur, meestal een nogal opvallend blauwachtig groen of soms groenachtig blauw.
Misschien komt dat door de 'greenstone' die overvloedig in diverse rivieren voorkomt?

Christchurch zag er dit keer een stuk gezelliger uit met het mooie weer en de aangename temperatuur, al waren veel winkels vanwege de vakantie gesloten en de straten vanwege dezelfde reden leger dan drie weken geleden.

Op weg naar mijn hostel zorgde de harde wind voor diverse opvallende taferelen. Jonge musjes hadden grote moeite om op koers te blijven en moesten met heftig bijfladderen voorkomen dat de wind hen er meedogenloos met hen vandoor ging. Bladeren en kleinere en grote takken vlogen om me heen. Een grote dikke tak, zeker zo'n tien meter lang, viel zonder duidelijke waarschuwing plotseling af en landde vlak voor de mensen die voor me liepen, die er zichtbaar van schrokken. Het kan onplezierig aflopen als zoiets boven op je landt.
Ik vroeg me af of de vliegtuigen wel gingen, maar ik zag er in ieder geval diverse landen, dus dat geeft hoop voor morgenochtend.

01 January 2006

King Kong


Ik moet nog even iets melden over mijn ervaring met King Kong.
Draait de film nu ook al in Nederland, eigenlijk?

Gelukkig hebben ze hier in Dunedin een bioscoop met een groot scherm en een prachtig rondom-geluid systeem, zodat je het gevoel krijgt dat je er midden in zit.

Ik vond de film heel knap gemaakt, de meeste acteurs acteerden zeer indrukwekkend, en het is vrijwel onmogelijk om je te vervelen gedurende de drie uur dat de film duurt. In de aftiteling werden ruim 30 'creature designers' genoemd, en ik moet zeggen: die hebben een indrukwekkende prestatie geleverd.
Ik vond nog het meest vermakelijke aan de film hoe telkens nog engere beesten tevoorschijn kwamen op het moment dat je dacht dat het niet meer erger kon.

Het leek even alsof de film nog een poging deed om enige diepgang te suggereren, wat ik er wat mij betreft niet inzat.

Maar niettemin goed vermaak.

Ontbijt bij Jo

De laatste twee dagen was het nogal frisjes, maar eerder deze week was het vaak heel aangenaam om 's ochtends buiten op het terras van Jo te ontbijten, met een mooi groen uitzicht.







Bijna op weg naar huis

Mijn rondreis zit er bijna op.
Morgenochtend vertrek ik 's ochtends vroeg met de bus van Dunedin naar Christchurch, waar ik in het begin van de middag zal aankomen en een onderkomen zal zoeken voor de nacht.

De volgende ochtend vertrekt mijn vliegtuig om half elf vanaf Christchurch naar Auckland. Vervolgens stap ik met Cathay Pacific in een vliegtuig naar Hong Kong (ruim 11 uur vliegen) en na een paar uurtjes in Hong Kong vlieg ik naar Amsterdam (ruim 13 uur vliegen).

Na een reis van zo'n 35 uur zal ik om half zeven 's ochtends op Schiphol het vliegtuig uit buitelen, waar ik dan precies vijf maanden eerder was vertrokken.

Fossielen zoeken

Jo vertelde me dat ze ooit met school (dus zeker zo'n dertig jaar geleden) achter de 'Lime' afgraverij en de houtzagerij langs de spoorlijn naar een plek was geweest waar ze fossielen zochten en vonden. Dat leek me wel wat, dus ondernamen we op de laatste dag van 2005 een queeste om die plek weer terug te vinden en fossielen te gaan zoeken.

Jo wist wel ongeveer waar het was, maar in de tussentijd had een bende zijn hoofdkwartier ingenomen op de route naar de fossielenplek en dat vond Jo een minder leuk idee, en de fabriek was al vele jaren gesloten en in verval en niet toegankelijk voor het publiek.

We probeerden eerst een route die ons om het bende-hoofdkwartier heen zou leiden. We kwamen op een doodlopende weg, waar een hek stond met dreigende boodschappen, zoals de bewakingsfirma die hier actief was en dat alleen werknemers hier toegang hadden. Voorbij het hek stond een woonhuis met een tuintje en een grote loods. Achter de loods hoorden we iemand iets doen met metaal en daar vonden we een jonge man tussen oude auto's met een roestige uitlaat in zijn hand. Hij stond ons allervriendelijkst te woord en gaf ons twee mogelijkheden: voorbij het hek, langs die dragline, over de heuvel, en dan de weg volgen die we daar zouden aan treffen, of terug en dan de weg langs het hoofdkwartier, maar vandaag zou alles rondom het fabrieksterrein (waar kennelijk nog wel gewerkt werd) waarschijnlijk afgesloten zijn.

We besloten optie 1 eerst te proberen.
Direct achter de dragline troffen we zoveel stekelige vegetatie dat er zonder machetes geen doorkomen aan was.

Dus keerden we weer om en liepen terug voor optie 2.
Jo probeerde te achterhalen welk huis nu het bende-hoofdkwartier zou kunnen zijn, en diverse optrekjes werden afgestreept omdat ze er te keurig uitzagen.
Op een gegeven moment zagen we enkele huizen waar tevens een vlag wapperde die we niet konden thuisbrengen, en dat moest het volgens Jo zijn.

De weg waarover we liepen kwam langs een soort kantoortje waar een vrouw aan het werk was en Jo stapte hier weer op af om te vragen naar de plek met de fossielen. Ze wist het niet precies en haalde er een man bij die hier meer over kon zeggen. Hij legde ons uit dat we gewoon deze weg moesten volgen, voorbij alle hekken die we tegen kwamen, over de brug over de Kaikoura rivier, en dan de weg naar links volgen.



Zo kwam het dat we als twee giechelende schoolmeisjes over of onder vier hekken klommen met opschriften als DANGER!, KEEP OUT! of NO TRESPASSING FOR UNAUTHORIZED PERSONNEL.

Een verlaten fabrieksterrein vind ik altijd wel wat hebben, en ik probeerde me voor te stellen hoe het hier was in de tijd dat mensen hier bedrijvig rondliepen.


Jo vond de plek terug en vertelde hoe ze hier de laatste keer zwarte, gefossiliseerde haaietanden en diverse botjes had gevonden.

We groeven hier een tijdje min of meer ongestructureerd in het rond (niets bijzonders ontdekt), lieten de vredige omgeving op ons inwerken en liepen na een uurtje of twee weer terug, waar we bij Jo thuis, na het grondig wassen van handen en nagels, al scrabbelend vrijwel ongemerkt 2006 inrolden.

Powered by Blogger