31 October 2005

Mount Jeruzalem


Gisteren weer eens een wandeling gemaakt hier in de buurt. Ik wilde dat al een tijdje, maar aarzelde omdat het niet zo'n goed idee is om dat alleen te doen. Als er iets gebeurt is er niemand om je te redden.

Maar gisteren kon ik samen met Gurudassi (die oorspronkelijk Christina heet en uit Nederland komt) in het natuurgebied rondom de berg Jeruzalem wandelen. Gurudassi (GD) heeft daar een tijdje geleden een huisje gekocht, ongeveer 20 minuten van Liane's huis.
Ik zou zelfs een paar nachten bij haar blijven slapen, maar ze heeft het momenteel zo druk (als kinderpsycholoog en als verzorger van oude mensen) dat ze amper thuis is en bovendien wordt haar huis net geschilderd en opgeknapt, dus is alles een redelijke puinhoop. Niet zo'n goede timing dus.

In haar tuin heeft GD een badkuip ingegraven. Die ze ook echt gebruikt om een bad te nemen.
"Heerlijk hoor," zei ze, "om in de open lucht een bad te nemen."
En ze vangt in deze badkuip de cane toads, een soort padden die hier in Australie een ware plaag zijn. De padden hebben hier (behalve de mens) geen natuurlijke vijanden, en zijn giftig voor alle dieren die hen opeten.



De badkuip in de tuin van GD


Ze heeft twee bronnen van water, het water uit de kraan is opgepompt uit de 'creek' onderaan de heuvel. Ze gaat daar ook wel zwemmen. Ongeveer dertig meter lager dan haar huis kon ik door de bomen het water van het kleine meertje zien liggen,. Dan heeft ze niet zo lang geleden een hele grote groenplastic tank gekocht (vier meter doorsnede en zes meter hoog), met onderin een eigen kraantje om water uit te tappen, die is aangesloten op de regenpijp waarmee het water van het dak van haar huis wordt opgevangen. Dat water gebruikt ze voor de thee.

Ik kende GD al een beetje omdat ze ooit in Amsterdam een nachtje bij mij gelogeerd had. Ze is eveneens een vriendin van Michael.
De avond tevoren was ze ook mee naar de Wearable Arts manifestatie. Het is een leuke vrouw en we hebben veel raakvlakken, nog afgezien van het feit dat het wel weer eens grappig was om Nederlands te kunnen spreken.

Ze heeft een leuk huisje. Het ligt een stukje meer landinwaarts, en is er meteen een stuk warmer dan aan de kust. Toen ik er kwam was het net boven de 30 graden. In de winter is het er ook kouder dan aan de kust, vertelde ze.
Acht jaar geleden is ze naar Australie gekomen, met af en toe nog een tijdje weer terug in Nederland. Ze is nog steeds Nederlandse.
"De enige reden waarom ik Australische zou willen worden is dat ik dan kan stemmen."
Want de politieke situatie geeft daar voldoende aanleiding toe. Volgens de mensen die ik hier spreek (geen doorsnee-Australiers, natuurlijk), is Australie hard op weg om een politiestaat te worden.

Een wet staat op het punt om onder politieke druk en tijdsdruk door het parlement geloodst te worden die de Veiligheidsdienst in staat stelt om je zonder enige motivering een week vast te houden, met een verlengingsmogelijkheid tot drie maanden. Je mag niemand vertellen waar je zit en wat er met je is gebeurd, je mag alleen je familie op de hoogte stellen van het feit dat je nog leeft.

Ook nadat je weer vrij bent mag je met niemand praten over wat er is gebeurt, op straffe van een gevangenisstraf van 7 jaar.
Dit is een van de maatregelen in een serie van aanscherpingen die het gevolg zijn van de Australische deelname aan de oorlog in Irak en de bomontploffingen in London. De angst voor terrorisme wordt, in navolging van Bush (die door de Australische premier John Howard naar het schijnt nogal bewonderd wordt) enorm opgezweept om diverse maatregelen die de burgerrechten aantasten te rechtvaardigen.
Andere kritiek op John Howard is dat de regering onder zijn leiding vermogens uitgeeft aan PR-bureaus om diverse overheidsmaatregelen geaccepteerd te krijgen. Geen postbus 51, maar een publiciteitscampagne die het publiek van de juistheid van diverse maatregelen moet overtuigen.
Onlangs heeft de regering een Amerikaanse vredesactivist zijn visum ontnomen en op zijn eigen kosten onder escorte naar huis gestuurd. 7000 dollar, of hij maar even wilde betalen.

De regering kan dus onder het mom van strijd tegen het terrorisme vredesactivisten als staatsgevaarlijk bestempelen. Pleiten voor vrede is in het denken van de Australische regering te beschouwen als een daad van terrorisme.

Dit was een van de dingen waar we het over hadden bij een kopje Earl Grey van water uit de groene tank met een scheutje rauwe (illegale) koemelk van haar buurman.

Vanaf het huis van GD was het nog tien minuten rijden naar het natuurgebied, waarvan zeker de helft over een bochtige, onverharde en heuvelachtige weg. Ik wilde graag rijden om zoveel mogelijk rij-ervaring op te doen. En alles verliep prima, niet het minst doordat ik geen vluchtheuvels tegenkwam. Wat zeker ook helpt is dat ik meteen in Sydney als voetganger op de stoep de gewoonte overnam om ook daar links te houden, zodat ik inmiddels vrij automatisch op de smalle weggetjes bij een tegenligger naar links uitwijk.



Het landschap is hier mooi groen en heuvelachtig.
Veel bos, hier en daar weilanden.
En natuurlijk ook hier veel eucalyptusbomen, waarvan er enorm veel soorten bestaan, maar die er vrijwel allemaal een beetje haveloos uitzien.


GD had een speciaal plekje op het oog. Na een half uur liep de onverharde weg dood, en ging over in een heel smal en ruw paadje, over rotsen en mossige boomstronken langs een stroompje.




Het water kwam telkens in een klein poeltje terecht, waarna het over de rand klaterde in een volgend poeltje.

Na nog een kwartiertje langs dit paadje liep het stroompje over de rand van een steile afgrond, en kwam 30 meter lager weer in een poeltje terecht.





Dit was inderdaad een heel mooi plekje. Je ziet hier GD zitten op de rand van de afgrond.

Het was nog steeds behoorlijk warm, en GD stelde voor dat we onszelf nog even zouden onderdompelen in een van de vele poeltjes. We hadden maar weinig tijd omdat ze op tijd weer terug moest zijn voor haar werk die avond, en ik aarzelde omdat ik niet wilde moeten haasten met de auto.
Ze zei dat het maar drie minuten kostte.
Ik liet me overhalen, en daar gingen we hup uit de kleren in een van de poeltjes.
We hadden geen handdoek of zo bij ons, maar het was prima om ons gewoon nat weer aan te kleden, het was warm zat en het hielp met afkoelen. Het water was heerlijk, lekker fris, en hoewel we de rest van de terugweg in vrij hoog tempo aflegden, werkte onze onderdompeling nog best lang na en was ik blij dat ik me had laten overhalen.

30 October 2005

Wearable Art


Gisteravond was ik naar een zeer indrukwekkende en humoristische voorstelling van Wearable Art, een manifestatie die nu voor het derde achtereenvolgende jaar georganiseerd wordt door de Steiner School in Mullumbimby een dorpje dat acht kilometer van Ocean Shores verwijderd ligt.
De hele school is met kleine lichtjes omgetoverd in een feeeriek park (veel groen en water rondom de verschillende gebouwen van de school) en in de theatertent met professionele installaties werden we vergast op de produkten die aan diverse creatieve breinen waren ontsproten.

Het was niet alleen een modeshow (met prijswinnaars voor het meest originele, bijzondere en mooie ontwerp), maar ook een theatrale show die prachtige beelden en ervaringen opleverde.

Hier een paar plaatjes van zowel dit jaar als voorgaande jaren, om een klein beetje een indruk te krijgen.










29 October 2005

Wat gebeurt hier?



Etentje aangeboden als je kunt vertellen wat op deze foto gebeurt.

28 October 2005

Favoriet Plekje en nog meer Raelisme


Dit hoort toch wel tot mijn meest favoriete plekjes bij het huis van Liane, een stoel onder het afdak van het huis, met uitzicht op de voortuin.




Mijn uitzicht op de voortuin van Liane vanaf mijn favoriete plekje.











Zo treffen Liane, Des of Jury mij regelmatig op mijn favoriete plekje aan.
Jury weet me te vinden als ze me 's ochtends een glas versgeperst groentesap brengt.
Des weet me te vinden als hij me zoekt omdat wij die dag nog niet ge'hugged' hebben.
Liane weet me te vinden als ze nog een goeie tip voor me heeft.

Ik zit hier tegen wil en dank toch nog te lezen in het boek Welcome Our Fathers From Space, een van de boeken van het Raelisme (die volgens een recent boek nog geen vestiging in Nederland heeft, wat beslist voor Nederland pleit, vind ik).
Het boek is op een ietwat stekelige manier toch intrigerend om te lezen, als een puzzel die je wilt oplossen, of als een splinter die je uit je duim probeert te verwijderen.
Waarom kan ik niet geloven dat dit waar is en wat geloof ik dan wel en waarom dat wel en geloof ik dat nog steeds wel?
Zoiets.
En tegelijkertijd val ik van de ene verrassing in de andere.

Deze beweging heeft tevens het boek "Geniocracy" geproduceerd, opnieuw geinspireerd door de Elohim (extraterrestrials), waarin bepleit wordt dat een regering uitsluitend mag bestaan uit mensen met een meer dan bovengemiddelde intelligentie (ik weet nog niet hoe dat gemeten wordt) en het boek "Yes to Human Cloning", dat, zoals de titel al suggereert, het klonen van mensen propageert (want zo hebben de Elohim de mensen tenslotte ook gemaakt en als wij hetzelfde kunnen hebben we de voor de Elohim wenselijke staat dichter genaderd).
De boeken zijn te downloaden van www.rael.org

Het antwoord op de vraag wie de Elohim gecreeerd hebben, heb ik inmiddels geleerd, is dat deze zelf ook weer op soortgelijke wijze zijn gemaakt, en zo voort tot infinitum, en verder gaat het ons begrip te boven om ons voor te stellen hoe dit tot in het oneindige doorgaat. Maar dat was het antwoord.

Oh ja, wat ik ook wel intrigerend vond was de openbaring dat 'the atoms of the atoms' (wat dat ook mogen wezen) zelf weer universums zijn, met melkwegstelsels, zonnestelsels, planeten met menselijke bewoners, met wie wij echter niet kunnen communiceren omdat hun tijd een heel andere snelheid heeft. Een minuut voor ons is een miljard jaar voor onze atoomdeeltjes mensheid. En de andere kant op eveneens, dat ons zonnestelsel weer een deeltje is van een atoom in een veel grotere wereld waarin de tijd ook weer enorm veel langzamer verloopt.
Nu had ik dat soort gedachten zelf wel toen ik een jaar of 12 of 13 was, zoals meer mensen dat wel hebben gehad. Maar met onze huidige kennis moeten we vaststellen dat dit een uitermate onwaarschijnlijke hypothese is.

Verder heeft de profeet Rael aan wie dit allemaal geopenbaard is, ontdekt dat zijn echte vader zijn vader niet is, maar dat zijn moeder in verwachting raakte na een intieme ontmoeting met een Eloha, Jahweh genaamd, die ooit, jaren geleden, samen met de maagd Maria Jezus verwekt heeft, zodat hij dus een halfbroer is van Jezus.

Wat ik nog het meest intrigerend vind is dat redelijk wat niet-domme mensen een dergelijke waanzinnige boodschap serieus kunnen nemen.

De kernboodschap (wij en de rest van de levende natuur zijn gedurende de afgelopen 25.000 jaar gemaakt door buitenaardse wezens die ons als kroon der schepping naar hun evenbeeld hebben ontworpen en nu is de tijd gekomen om dat openbaar te maken en onze makers te ontmoeten) wordt ondersteund door vooral veel citaten uit de bijbel waarin toch duidelijk staat bevestigd wat Rael nu verkondigt, vindt hij.

Rael schrijft bijvoorbeeld:

"It is written that the Age of Apocalypse will arrive when the blind will recover their sight -- and at present American scientists are now able to graft an electronic prosthesis on the optic nerve, allowing the blind to recover their sight -- "

Het verrast me dat iemand zo'n uitspraak over het opnieuw kunnen zien zo letterlijk opvat.

Een dergelijke instrumentele, technische en weinig poetische benadering lijkt me mannen eerder dan vrouwen aan te spreken.

Dat werd bevestigd door een uitspraak in een van Raels boeken van een ex-priester die bij deze beweging een echte broederschap vond die hij nog nergens eerder had aangetroffen.

Liane vertelde dat ze het na alle bijeenkomsten over bloesemtherapie, reincarnatie, chakraversterking en auralezen, die vooral door vrouwen worden bezocht, nu eens een clubje had gevonden waar een hoop mannen kwamen die bovendien ook nog eens een keer niet saai waren, volgens haar.
En volgens haar ook intelligent, hoewel misschien wel wat eigenwijs.
Zij heeft er dan ook een tijdje geleden een minnaar opgedaan.

Tja.

Tegen wil en dank vind ik het fascinerend.

En het lijkt me geruststellend dat de beweging (een atheistische Religie, zoals ze zichzelf noemt) volstrekt anti-militaristisch is en elk geweld afkeurt.

Cape Byron


Gisteren maakte ik een ommetje rondom Cape Byron.
Cape Byron is het meest oostelijke puntje van Australie, waar de zon het eerste opkomt (al weet ik niet zeker of een hoge bergtop een eindje verderop het niet wint qua zon, hoewel niet qua oostelijkheid).




Het meest oostelijke puntje van Australie


Cape Byron hoort tevens bij het dorpje Byron Bay, waar ik tijdens mijn busreis al eventjes mee kennis had gemaakt. Het is er in het centrum nogal druk en toeristisch.




Je kunt hier op de foto's wel zien wat de grootste attractie is van Byron Bay: zon, zee en strand.





Cape Byron is gekleed in een groen, heuvelachtig natuurgebiedje, volgens de borden deels ook tropical rainforest.





Voor een indruk van de schaal: Rechtsbovenop de top staan mensen.







Er loopt een pad (vaak een trap) rondom de kaap en naar de vuurtoren op het hoogste punt in dit gebied.



Bezoek aan Michael


Eergisteren ging ik samen met Des, de vader van Liane, naar het nabijgelegen dorpje Brunswick Heads naar cafe-restaurant de Happy Dolphin, waar we een afspraak hadden met Michael.
Ik mocht rijden, om nog te kunnen oefenen, terwijl Des me er telkens aan hielp herinneren wat ik moest doen.
Desalniettemin passeerde ik toch de laatste vluchtheuvel aan de rechterkant, ondanks een duidelijk bord 'Keep Left'. Voordat ik dat echter vertaald heb in 'Links Houden' en ook nog in de juiste handelingen heb vertaald die bij 'Links Houden' horen, hadden mijn reflexen het al overgenomen.
En dit kon natuurlijk ook alleen maar gebeuren omdat op de rechterbaan geen verkeer was, zodat alles toch geen probleem opleverde.
Ook heb ik wel eens tevergeefs met mijn rechterhand in de lucht gegrepen om de versnellingspook te vinden die er niet was.


Maar Des blijft optimistisch en geeft me alleen maar complimentjes, misschien bedoeld als een bezwering voor de toekomst.




Des bij de Happy Dolphin



Michael (kleurig mutsje, blote voeten) zat al op ons te wachten met voor zich een drankje van wortel, appel en selderie.

Zoals in zoveel cafe's en restaurants hier kies je je favoriete drankje of gerecht van het menu, vervolgens ga je naar de toonbank om het te bestellen en direct af te rekenen. Daarna wordt het bij je bezorgd.
Aan fooien doen ze hier niet.




Michael bij de Happy Dolphin



Later gingen Des en ik met Michael mee om zijn 'cabin' te zien, die ongeveer 15 minuten (9 km) verderop lag.
Op het laatste werd de weg onverhard en hield op bij de twee cabins, een van de landlady, en een van Michael, die daar samen met zijn housemate Brian woont.





De cabin van Michael en Brian.





De oude auto van Liane, toepasselijk (vanwege het nummerbord) OPI genaamd, in de tuin bij Michaels cabin. 16 jaar oud, maar snort als een zonnetje.




Over vier weken vertrekt Michael voor drie maanden naar India. Hij gaat daar naar de ashram van Ramana Maharishi , in zuidelijk India, en wil vervolgens nog weer een andere (nog levende) goeroe bezoeken.

Michael vindt het heerlijk in India, omdat het leven daar volgens hem zoveel meer spiritueler is. En goedkoop, dus je hebt niet veel geld nodig om daar langere tijd te kunnen wonen. Een bed in de ashram kost maar 2 of 3 euro per nacht.
Niettemin is hij ook erg blij met zijn cabin hier. Het huis ligt helemaal in het groen, en je hoort er alleen de vogels en de wind.





De overdekte waranda over de hele lengte van het huis. Het uitzicht is groen, met bloemen. Een zacht briesje zorgt ervoor dat het niet te heet is.




Des komt even poolshoogte nemen.

Verder heeft Michael er alle gemakken, er is stromend water, electriciteit, telefoon en internet en tv en dat soort dingen.

Het water dat ze hier gebruiken wordt opgepompt uit een bron die zich onderaan de heuvel van het eigen terrein bevindt.

"Hoe vinden ze zo'n bron?" vroeg ik hem.
Hij wist het eigenlijk niet maar hij nam aan dat ze dat met wichelroedes deden, al sloot hij niet uit dat er nu modernere methodes waren om zo'n bron te vinden.

Hoewel er nog geen watertekort was, is ook hier de aansporing om zuinig te zijn met water.
In het toilet hing de aansporing:
"If it's yellow, let it mellow
If it's brown, flush it down."
Vorig jaar was het derde jaar in een serie van drie zeer droge jaren, en een tekort aan water is in Australie een voortdurende dreiging. Vandaar ook dat Anna voor de regenscenes speciaal 'recycled water' moet kopen, wat een zeer grote aanslag is op haar filmbudget.... Des hoorde overigens van zijn vriend in Sydney dat het daar 36 graden was. Ik hoop dat dat een overdrijving was, want Anna is daar momenteel bezig met het schieten van haar film, en dan is een temperatuur van 36 graden natuurlijk een kleine ramp.

In deze periode van het jaar varieert de temperatuur in dit gebied tussen 25 en 28, en er staat vrijwel altijd een briesje, dus het is heel aangenaam. "Best time of the year," om hier te zijn.
In de winter is het natter en kouder, in de zomer is het hier meestal heel benauwd heet.

Des deed even een tukkie terwijl Michael mij het stuk land liet zien waarop de cabins staan. Momenteel werkt hij als 'tree planter' in de buurt van zijn huis. Er is tegenwoordig meer aandacht voor het behoud van de inheemse flora en fauna, vertelde hij, vandaar ook de vraag naar tree planters.




Wat er hier uitziet als een kerkhof is in werkelijkheid een kraamkamer voor diverse inheemse boomsoorten, geplant door de landlady van Michael. De jonge boompjes zijn ingepakt in plastic om ze te beschermen tegen wallaby's (klein soort kangoeroe) dit soort vers groen wel lekker vinden. De iets lager gelegen weilanden op de achtergrond waren een paar maanden geleden, tijdens de winterperiode, onder water gelopen. De heuvel waarop Michael woont was drie dagen lang helemaal geisoleerd van de buitenwereld.



Het merendeel van de bomen en planten op het stuk land dat bij de cabins hoorde was van inheemse oorsprong, en de landlady was momenteel druk bezig met het planten van diverse inheemse bomen op een stuk grasland onderaan de heuvel.

Op sommige plaatsen, vooral waar het grassig en drassig was, ging Michael (nog steeds op blote voeten) zeer behoedzaam voort. Hij stampte vaak meermalen op de grond alvorens verder te gaan, om de slangen te waarschuwen en hen de gelegenheid te geven om er vandoor te gaan. De meeste slangen willen geen confrontatie, zei hij (dat hadden ze me in California ook al verteld), dus als je laat weten dat je er aan komt, gaan ze meestal voor je uit de weg. Hij had wel wat spannende verhalen over confrontaties met slangen. Als je er een ziet, vooral als ze bereid zijn om je aan te vallen, is de beste strategie om doodstil te blijven staan. Dat heeft hij inderdaad al eens moeten doen. Een andere keer schrok hij zelf zo van een heel grote slang, klaar voor de aanval, die hij op ooghoogte in een grote struik aantrof, dat hij er in een reflex direct vandoor ging.
"Wat deed de slang toen?" vroeg ik.
"Dat weet ik niet want ik ben niet blijven staan om te kijken," zei hij.
Het liep goed af maar het is niet aan te raden om te vluchten omdat veel van deze slangen zich sneller kunnen voortbewegen dan jij!!
En er is een vrij grote kans dat zo'n confrontatie dodelijk afloopt.
Van de top 30 gevaarlijke slangensoorten leven er 28 in Australie.

25 October 2005

Fire Danger




Borden bij het park in het nabijgelegen (hippie)-dorpje Wullumbimby.

Goed om te weten dat het fire danger slechts moderate is.

En ja, er is hier een fietspad.

Hippiedorp?

Ja, ik zag hier inderdaad enkele langharige mannen met vrolijke kleren en langjurkige blootvoetse vrouwen.

Raelian Movement


Liane ken ik via Michael.

Michael leerde ik ruim twee jaar geleden kennen toen wij allebei deelnamen aan een cursus van Byron Katie en hij na afloop bij een bezoek aan Amsterdam bij mij logeerde. Hij was nog getrouwd met Liane.
Liane is vorig jaar samen met haar dochter Arielle een tijdje bij me op bezoek geweest.
Anna heeft bij aankomst in Sydney de eerste paar weken gelogeerd bij Arielle en haar grootvader Des, de vader van Liane.
Anna en Arielle zijn sindsdien eveneens bevriend geraakt.

Liane heeft grote belangstelling voor diverse ideeen voor spirituele ontwikkeling en heeft net als Michael een tijdje door India gereisd en diverse goeroes bezocht.

Sommigen van jullie vinden mij misschien ietwat lichtgelovig, of vinden dat ik me maar met vreemde dingen bezig houdt, zoals telepathie en precognitie en spirituele ontwikkeling....

Misschien doet het jullie goed om te weten dat er grenzen zijn aan wat ik serieus kan nemen.


Gisteren nam Liane me mee naar een restaurant waar we uit eten gingen met een stel van haar nieuwe vrienden.
Deze nieuwe vrienden nemen deel aan de zogenaamde Raelian Movement, ontstaan naar aanleiding van een boodschap van een franse journalist genaamd Claude Vorilhon, die zichzelf daarna Rael noemde.

Tijdens het eten gisteren in het restaurant. Vlnr: Justine en Jean Francois van de Raelian Movement en helemaal rechts Liane.



Ze vertelde dat ze het verhaal van Rael in eerste instantie wel erg 'far out' vond, maar wat haar positief stemde was het feit dat de mensen die bij deze beweging betrokken zijn in haar beleving zonder uitzondering intelligent, positief en proactief in het leven staan. Het zijn geen zeurpieten, en geen missionarissen.

Na mijn kennismaking met het groepje mensen (een stuk of zeven), kon ik dat wel beamen, en ik had een leuke avond. Er is geen twijfel aan dat ze het goed met de wereld voor hebben en dat hier opnieuw Liefde centraal staat. Daar kan weinig mee mis zijn, lijkt me. Ze leken me gezellig, attent, vrolijk en zelfverzekerd, geen slachtofferige mensen en geen hang-ups.

Maar wat is in godsnaam de Raelian Movement?



Wel, de Franse journalist had naar het schijnt in 1973 een ontmoeting gehad met een buitenaardse bezoeker (onwaarschijnijk, maar dat kan nog, vind ik), die hem vertelde dat:

- zijn volk, de Elohim, degenen waren die het leven inclusief de mens op aarde hadden ontworpen, en dat tegen de zin in van de regering op hun eigen planeet.
- zij in het verleden door de mensen voor goden waren aangezien (klinkt bekend)
- zij aan de oorsprong stonden van alle grote religies
- zij de mensen op aarde, die zij naar hun evenbeeld hadden ontworpen, nu volwassen genoeg achten om hun ontstaan te begrijpen en nu met ons in contact willen komen. Daartoe moeten de mensen een ambassade bouwen, bij voorkeur op het grondgebied van Israel, want daar zijn de meest geslaagde modellen van de mens neergezet. Zij waren het meest intelligent, kijk maar naar de afkomst van de genieen.

Hier begint het allemaal een ietwat onplezierige bijsmaak te krijgen, en dat de franse journalist die deze boodschap mocht ontvangen zelf half-joods is, lijkt me ook geen toeval.

Als je gelooft dat zoiets kunstigs als het leven hier op aarde door een stel recalcitrante E.T.'s is ontworpen moet je volgens mij toch weinig afweten van hoe ongelooflijk complex het leven is en hoe weinig we er over het algemeen nog van begrijpen.

In een filmpje dat je hier (Real Player) of hier (Windows media player) kunt bekijken, wordt betoogd dat het wel erg onwaarschijnlijk is dat het leven door toeval is ontaan en dat steeds meer wetenschappers geloven dat de evolutietheorie slechts een theorie is, en dat het helemaal onlogisch is dat een immateriele god het leven op aarde (wat immers materie is) heeft gecreeerd.

Nee, het is veel logischer dat we ontworpen zijn, net zoals wij nu zelf leven in het laboratorium naar onze hand kunnen zetten, en, volgens dat filmpje, binnenkort ook helemaal zelf kunnen ontwerpen en verbeteren.

Wie dan vervolgens onze buitenaardse ingenieurs heeft ontworpen komt niet aan de orde, terwijl dat toch een voor de hand liggende vraag lijkt te zijn.

Dat moet je toch allemaal niet serieus nemen, hoor ik je roepen, dit is echt te gek om zelfs maar enige gedachte aan te wijden.

Inderdaad. Maar het is een groeiende, wereldwijde beweging.
Ik krijg niet de indruk dat het idee van de 'meest intelligente mens is het Joodse ras' veel nadruk krijgt, maar als deze beweging in omvang en invloed gaat toenemen lijkt me dat wel iets om goed in de gaten te houden.

Voor de rest lijkt het advies aan de mensheid dat met de boodschap samen gaat veel op de boodschap die in veel spirituele boeken staat. Dat wij alleen een zijn, dat liefde belangrijker is dan wat ook, en dat ieder mens verschillend is en alleen zijn eigen weg kan gaan.

Maar hier laten we het dan maar bij.

Strand


Vanochtend vroeg (kwart over zes) in Liane's auto naar het strand gereden.
De temperatuur was aangenaam, lekker warm, maar niet te. Er waren wolken die de warmte van de zon temperden.
Het schijnt bij zonsopgang meestal windstil te zijn, waarna de wind in de loop van de dag onaangenaam kan aanwakkeren. Toen ik kwam was het inderdaad vrijwel windstil, toen ik anderhalf uur later terug ging woei het inmiddels flink.

Ben ook nog het water in geweest.
Dat water is lang niet zo warm als de Caraibische zee in Honduras, ik moest wel even doorkomen.
Meer zoiets als in Griekenland. Wel goed te doen, en lekker fris.

Vanwege het onweer van gisteravond was er vandaag een heleboel zeewier aan de oppervlakte gekomen.
Het is een ietwat onaangenaam gevoel om tussen de dikke, groene tagliatelle te baggeren.

Na mijn bad in de Tasmanzee (of hoe heet het daar...??? dat zoeken we nog op), liet ik mezelf helemaal opdrogen terwijl ik op het strand een boekje las. Ondertussen zag ik rondom mij uit diverse holletjes kleine zandkleurige krabben schepjes zand katapulten.
Ik nam aan dat de grote holletjes ook grote krabben herbergden, maar ik heb die hypothese niet kunnen toetsen.




Op het strand zag ik deze sterns(?).

Raden waar de wind vandaan komt.


24 October 2005

Ocean Shores


De reis naar Ocean Shores verliep zeer voorspoedig.
De trein vertrok keurig op tijd en was vrijwel leeg. Dat werd tijdens de rest van de elf uur niet veel anders.
Het landschap was groen, de lucht blauw met hier en daar een wolk en een enkele regenbui.
Er waren heuvels, zoiets als Ardennen of Vogezen. Vooral veel bos, en dan weer veel weilanden met koeien, stevig gebouwd, donkerbruin of zwart van kleur. Later ook weilanden met kangoeroes, die misschien later door Anna geserveerd worden in restaurant Iguana.
Het is dus echt waar, er zijn kangoeroes in Australie.

De meeste bomen die ik langs zag komen waren van een Eucalyptus-achtige soort, die er altijd wat haveloos uit zien, met hun mistroostig neerhangende bladeren en hun bladderende bast.
Het schijnt dat alle Eucalyptusbomen over de hele wereld, dus ook die ik zag in Californie en in Honduras, van oorsprong uit Australie komen. Ze blijven het hele jaar groen.

Hier en daar waren de stammen van de bomen en de ondergroei zwartgeblakerd van voorbije bosbranden.

De treinreis was heel comfortabel. Op gezette tijden serveerde het buffet complete en smakelijke maaltijden voor een prikkie (10 dollar = 6 euro).

Ik had een enkeltje gekocht omdat ik nog niet wist (en nog steeds niet weet) of ik met de trein terug naar Sydney zal gaan, en misschien ook wel van een heel andere plek terug zou komen.
Een enkeltje Sydney naar Ocean Shores kostte 110 dollar. Toen ik het hoorde keek ik even wat bedenkelijk omdat ik op weg naar het station bij een reisbureau had gezien dat een vliegticket van Sydney naar Brisbane (dat verder ligt dan Ocean Shores) 87 dollar was, dus kon ik misschien beter gaan vliegen.
De dame achter het loket bedacht toen dat ze de computer een truc kon laten uithalen waardoor ze mij een summer special zou kunnen verkopen, en dan was de prijs van het ticket maar 55 dollar (= 35 euro). Dat was inclusief de busreis van twee uur van Casino naar Ocean Shores.
Het werd dus de trein.

Toen de trein om kwart over zes 's avonds in Casino arriveerde, waar ik op de bus moest overstappen, was de zon net onder gegaan. Voor het station stonden vijf luxe touringcars die elk via een wat andere route naar het noorden reden.
Er was een bus die naar Surfers' Paradise ging en daar zag je de mensen die daar heen wandelden hadden knobbelige uitpuilende rugzakken, surfplanken en blote voeten.
De bus die ik moest hebben deed vooral alle kleine plaatsjes aan.

Net als de trein was ook mijn bus opmerkelijk leeg, niet alleen voor mij opmerkelijk maar ook voor de buschauffeur.
We waren met drie passagiers, en we bleken er allemaal bij dezelfde halte uit te moeten.
De chauffeur had een lijstje met alle passagiers en wist dus dat hij geen andere passagiers meer kon verwachten (mijn naam stond keurig op zijn lijstje), maar toch moest hij volgens zijn contract alle omwegen maken.

De dame achter me wijdde me ondertussen wat meer in over de omgeving.

"Oh, ga je naar Ocean Shores. That's a lovely little town. I'm sure you're going to love it."

"Waar we nu heen gaan is alleen een hotel en een souvenirswinkel met 'arts & crafts'. Als we daar zijn keren we weer om en rijden we weer terug. Vorig jaar hadden we hier een diner voor alle gepensioneerden. It was lovely."

"Hier is een prachtig uitzicht. Really an amazing, lovely view."
Tja, daar was helaas niets van te zien, het was inmiddels helemaal donker.

Ook vertelde de dame wat over haar leven. Ze was met dezelfde trein gekomen als ik, ze had haar zuster in Sydney bezocht, die ernstig ziek was. Zelf had ze ook jaren in Sydney gewoond, maar nadat haar man was overleden vond ze het heel eng om daar te wonen. Onveilig.
Ze verhuisde naar Ocean Shores, en huurde daar een caravan in een caravanpark, waar kennelijk veel mensen voor relatief weinig geld kunnen wonen. Dat was inmiddels meer dan tien jaar geleden.
"It was like a permanent holiday."

Ze had onlangs echter wat geld gekregen en had nu een huisje voor zichzelf gekocht.

Haar dochter was na een tijdje bij haar in de buurt komen wonen. Ze woonde eerst in Byron Bay, ongeveer dertig kilometer zuidelijk, maar kreeg het op haar zenuwen van alle excentriekelingen daar.
Inmiddels woonde ze net als moeder in Ocean Shores.

De buschauffeur besloot in Byron Bay een korte pauze te houden omdat hij nogal voor lag op zijn schema.
In tegenstelling tot de serene rust in de andere dorpjes waar we doorheen waren gekomen, waren de straten van Byron Bay gevuld met uitgaande mensen.
Byron Bay ligt aan de kust en heeft een naam als de ideale vakantieplaats.
Zon, zee, en alles om leuk uit te gaan, vooral als je onder de dertig bent.
Goed eten, muziek, veel mensen van over de hele wereld, sex, drugs en rock en roll.
Je loopt er op blote voeten of op slippers, je draagt een t-shirt en een korte broek en je slentert van het ene leuke restaurantje naar het andere winkeltje of cafeetje.

De chauffeur (t-shirt, korte broek), opende de deur van de bus en onze enige andere passagier, die tot dan had liggen snurken, wipte naar buiten om een sigaretje te roken.

Ik raakte in gesprek met de buschauffeur, die oorspronkelijk van Tasmanie bleek te komen.
Hij was een vijftal jaar geleden naar het noorden verhuisd.
Hij was dol op surfen.
Na dertig jaar surfen in ijzig koud water vond hij het wel genoeg. Hij verhuisde naar het noorden, de suncoast, en kocht een huis vrijwel aan het strand.
"I surfed this morning. And I will again tomorrow."
Hij maakte een uiterst ontspannen indruk.

Na zijn sigaretje begon de andere passagier, die Mark bleek te heten, ook een praatje met me.
Hij had het hier net als de anderen erg naar zijn zin. Hij had gelukkig wat familiegeld waar hij van kon leven, zodat hij zelf zijn dagen naar wens kon indelen. Er was trouwens weinig werk te vinden in Ocean Shores.

Daar had ik eerder die dag al iets over gehoord.
Een jongen in de trein had me verteld dat hij jaren in Ocean Shores had gewoond. Hij vond het er heerlijk, het klimaat was er aangenaam en de oceaan met prachtige stranden vlakbij, maar hij kon er geen werk vinden. Nu had hij een baan in Lismore, "planting trees." Lismore lag niet aan de kust, maar was ook prima, vond hij.

Liane kwam me bij de bushalte ophalen.
Dat was een hartelijk weerzien.
Ze heeft hier bijna twee jaar geleden een mooi huis gekocht met een vijver in de voortuin en een steil naar beneden lopende achtertuin.
Ik heb wel ontdekt dat je hier weinig kunt doen als je geen auto hebt. De bus gaat twee keer per dag, en buiten het centrum is Ocean Shores het toonbeeld van suburbia. Witbepleisterde huizen met pannendakken op elk hun eigen stuk grond. Het stuk van Liane meet bijna 1000 vierkante meter.

Liane heeft net een nieuwe auto gekocht.
Ze wil haar oude auto verkopen maar ik mag die gebruiken zolang ik hier ben. Dat komt prachtig uit.
Vandaag heb ik even proefgereden terwijl zij naast me zat. Het was inmiddels wel een tijdje geleden dat ik voor het laatst gereden had en ik moet natuurlijk wennen aan het links rijden en de versnellingspook en de richtingaanwijzer die aan de andere kant zitten. Liane durfde me na de proefrit de auto met een gerust hart toe te vertrouwen.

Behalve Liane en ik zijn hier ook nog Jury en Des

Jury huurt een kamer bij Liane. Ze komt oorspronkelijk uit Japan, maar wilde graag naar Australie of Canada verhuizen omdat ze wilde ontsnappen aan de sociale druk in Japan. 12 jaar geleden ontmoette ze in India een Australier, waar ze mee is getrouwd, maar inmiddels ook weer van gescheiden. Jury is een schat van een vrouw. Ooit was ze een sannyasin bij Baghwan Shree Rajneesh, en nu heeft ze onlangs The Work van Byron Katie ontdekt, waar ze veel plezier aan beleeft.

Des is hier sinds zondag ook. Des woont in Sydney en is de vader van Liane. Het is voor het eerst dat hij haar hier in Ocean Shores opzoekt ziet haar nieuwe huis nu voor het eerst. Des is ook een schat, dus het is hier allemaal heel plezierig.

Sinds gistermiddag lijkt mijn slome bui wat opgetrokken te zijn en maak ik weer plannen.

Misschien kan ik een kijkje nemen bij het Booroobin Learning Center, een school die net als de school van Fleur gebaseerd is op de principes van de Sudbury Valley School.

Booroobin ligt hier wel een eindje vandaan (meer dan 300 km, geloof ik, wat voor Australische begrippen wel weer heel dichtbij is, natuurlijk).
Ik moet nog bekijken of ik dat met Liane's auto kan en wil doen.
Met openbaar vervoer is het zo goed als onmogelijk om daar te komen.
Liane kent mensen die er vlak bij wonen, misschien kan ik daar logeren.

We zien wel.

23 October 2005

Beweging


"Als je reist, beweeg jij dan door de wereld, of beweegt de wereld door jou?"















beetje moe


Eergisteren een hele tijd in het internetcafe een tekst zitten intypen voor mijn weblog. Toen liep de computer vast; alles weg. Ja, moet tussendoor ook saven, nietwaar.
Ik had toen helaas geen puf meer om weer opnieuw te beginnen, want ik was al een paar dagen een beetje moe.
Wel nog diezelfde dag op Anna's laptop een verslagje geschreven, maar geen energie meer om 's avonds nog naar het cafe te gaan om het op het net te zetten.
Daarom nu enigszins verlaat het onderstaande relaas.


21 oktober 2005

Na de eerste spannende dagen in Sydney met veel te zien en te ontdekken, wil mijn lichaam even niet meer zo erg. Ik ben wat moe en slaap overvalt me in hevige mate op ongewenste momenten.

Zoals een paar dagen geleden toen ik naar Christopher was gegaan voor de bijeenkomst die in het teken stond van Andrew Cohen.
Er waren verschillende manieren om naar Rose Bay te gaan, de wijk waar Christopher woont, maar ik koos voor de ferry omdat ik hoopte dat de volle maan op de achtergrond van de landtong van Rose Bay een mooi plaatje zou opleveren. De dag ervoor was de maan prachtig geweest toen ik met de trein terug reisde vanaf Parramatta, een westelijke wijk van Sydney.

Die treinreis gaf trouwens wel een vreemde gewaarwording. Je reist hier met de trein naar Liverpool, Canterbury of Paddington, de stationnetjes hebben hetzelfde uiterlijk en dezelfde sfeer als die rondom Londen, in het landschap zie ik golfterreinen en cricketvelden, zodat ik alleen aan de palmen en de vreemde vogelgeluiden kan merken dat ik niet werkelijk in Engeland ben.

En aan het feit dat de stations hier niet verveloos en mat maar fris en helder zijn.





Een frisgestreken station in Sydney (Warwick Farm), maar wel met een ouderwets signaleringssysteem.





Boven de heuvels waarin diverse wijken van Sydney zich in een toenemend duister hulden stond toen dus die indrukwekkend heldere maan.

Die maan, maar dan boven het water van Rose Bay, met daarachter de groene wijken die naar Vaucluse aan de South Head kaap rolden, dat stelde ik me voor bij mijn overtochtje met het veer. De ondergaande zon gaf de skyline van Sydney-City in het westen achter me een warm-gele omlijsting, opgeluisterd door de verlichte Bay Bridge, Opera House en kantoorgebouwen, maar in het oosten hingen twee wolken boven Rose Bay die de maan aan het zicht onttrokken.




Op weg naar Rose Bay. Merk de wolken op die de maan aan het zicht onttrekken.


De anderen, Alex, Melissa en Graham, waren er al toen ik bij Christopher aan kwam. Ik had er niet op gerekend dat nummer 78 Chaleyer Street nog 10 minuten lopen van het begin van de straat vandaan lag.

We begonnen met een geleide meditatie van Andrew Cohen. Een goed begin, want het gaf mooie beelden in mijn hoofd. “Let go of the relationship with your perceptions. Let it all fall away.”

Daarna volgde een audio-interview op CD met Andrew Cohen. Toen had ik grote moeite om wakker te blijven. Dat kwam misschien ook omdat het onderwerp me niet zo aansprak. Hij riep op om mee te helpen aan het laten ontstaan van meer ‘awareness’, omdat dit een kritieke tijd zou zijn in de evolutie van de mens.

Andrew Cohen is niet de enige die dat roept. Eckhardt Tolle en andere spirituele lichten zeggen iets soortgelijks. Ik kan dat echter niet rijmen met de boodschap dat tijd niet bestaat, dat bewustzijn is, was, en zal zijn, maar niet wezenlijk aangetast kan worden door de wereld die zich als werkelijkheid presenteert maar feitelijk een illusie is. Als dat allemaal een illusie is, waarom zou je je dan druk maken om de manier waarop mensen zich in de nesten lijken te werken? Het is ten slotte allemaal maar schijn?
Na afloop van het interview dronken we thee en praatten we na. Ik wierp de vraag op waar ik mee zat: Waar komt deze zorg vandaan dat het nodig is om een groter bewustzijn tot stand te brengen als het bewustzijn waar we allemaal deel van uitmaken tegelijkertijd onaantastbaar is?
Het leidde wel tot de nodige discussie, maar niet tot een voor mij bevredigend antwoord.

Na afloop gaf Alex mij en Melissa een lift terug naar huis.
Dat was erg prettig, want ik was opnieuw moe en blij om weer mijn matrasje in Anna’s woon/eetkamer annex keuken te kunnen uitspreiden.




Links de 'eetkamer', rechts de toegangsdeur tot het huisje van Anna en Erick.






Woonkamer en keuken.






De dag erna ben ik naar Anna’s school geweest. De International Film School ligt ingeklemd tussen twee bedrijfsgebouwen in een industrieterrein in Noord-Sydney (over 'de brug': Harbour Bridge).




De voorkant van Anna's school.











De montagekamer



Het was leuk om rond te kunnen kijken op de plek waar ze de laatste (bijna) twee jaar zo hard heeft gewerkt en nog steeds.



Anna beoordeelt het pak dat haar assistente voor de requisieten (ik weet de technische afkorting voor deze functie niet meer) voor de hoofdpersoon van haar film heeft uitgekozen.





Aan dezelfde noordkant van de brug als Anna's school heb je ook Manly, zo genoemd door Governor Phillip die in 1787 met de eerste Engelse vloot vol gedetineerden meekwam, omdat hij de Aborigines bij deze landtong er zo stoer en mannelijk uit vond zien.
Manly ligt op de landtong die uitmondt in North Head, de kaap tegenover, je raadt het al, South Head.

Een bustocht van zo’n dertig minuten met hier en daar prachtige vergezichten omdat de landtong zich vrij hoog boven de zeespiegel verheft leidde naar het eindpunt, Manly Wharf, waarvandaan ik weer de veerboot terug naar Sydney zou nemen. Maar eerst wilde ik nog wat verder rondkijken en naar North Head lopen.






De Corso in Manly, voetgangersstraat van oost (haven) naar west (oceaan).






Het centrum van Manly zelf is leuk en levendig. De winkelstraat Corso (alleen voor voetgangers) loopt dwars door Manly heen van de binnenbaai met de haven naar de oceaan en een prachtig strand met ‘good surf’.





Good surf






Ik liep in de richting van waar ik North Head vermoedde maar de ene na de andere weg liep dood in een hek. Het was ofwel militair terrein (herkenbaar aan de damesslipjes die op diverse plaatsen rondom het toegangshek in de bomen hingen) ofwel een waterwingebied.

Er was echter ook nog een gloednieuw wandelpad dat ik kon proberen.

Na een minuut of twintig op dit pad stuitte ik op drie mannen die bezig waren met de verdere aanleg en verbetering van het pad. Ik merkte op dat zij ‘a job with a view’ hadden. “Yeah, it’s sort of nice, isn’t it?” was hij het wel met me eens.

Na nog een minuut of vijf kwam het pad stuitte het pad op een lange muur.





Hier eindigt de muur in de klif (40 meter hoog).

Recht tegenover me was een gat in de muur waar ik met enige moeite net door heen zou kunnen kruipen. Ik kwam daar een jongen tegen die dat net gedaan had en die me vroeg of er nog wel zoiets als een pad was in de richting waar ik vandaan kwam. Ja, hoor, kon ik volmondig beamen. Hij kon me vertellen dat ik door het gat in de muur een pad kon volgen dat na een minuut of tien bij Shelly Beach uit zou komen, een strand in een beschutte baai, niet ver van Manly Beach. Opnieuw geen North Head, maar ik besloot dit pad toch maar te nemen en dan verder te zien of ik nog zin had om naar North Head te
lopen.






Op weg naar de muur.



Vanaf dit pad waren diverse uitkijkplaatsen ingericht, waar ik telkens gefascineerd naar surfers zat te kijken. “Dit wordt een mooie golf,” dacht ik dan, “eens zien of die surfer deze neemt.” Het is een fascinerend gezicht vind ik. Beter dan “The Weakest Link”. Op zo"n uitzichtspunt tikte iemand op mijn schouder. Dat was Lisa, de zus (in de wandelgang 'het zusje') van Erick, die tijdelijk door Australie reist.

Sydney, 4 miljoen inwoners en gigantisch groot, ik ken drie mensen, en voila!

Zij besloot om het pad achter de muur te proberen, en ik ging verder naar beneden naar Shelly Beach.
Bij het lopen was ik regelmatig afgeleid om te zien wat de golven en de surfers deden en toen ik bijna bij Manly Beach terug was zag ik de paal niet die in mijn pad stond.
Klassiek.
Au.
Dat werd een dikke buil op mijn voorhoofd.

Geen North Head meer, besloot ik maar, en nam de ferry terug naar Sydney.

De volgende dag bezocht ik ‘s avonds een concert van Eels in Big Top, een semi-permanente tent bij Luna Park die zo’n 1000 mensen kan herbergen, en het was vrijwel helemaal gevuld.
De kaartjes waren duur, boven Ericks budget, maar omdat hij de juiste vrienden heeft, kreeg hij een paar dagen later zomaar een vrijkaartje aangeboden, dus ging hij ook.
Anna wilde niet en had bovendien geen tijd.
Op het kaartje stond als aanvangstijd 7 uur. Speciaal daarom had Erick voor ons om vier uur al een heerlijke maaltijd verzorgd: kip volgens mama's recept.
Koken is een van Ericks talenten. Hij heeft jaren als kok in restaurants gewerkt.
Om 7 uur stonden bij Luna Park mensen wel een biertje te drinken, maar er was nog niet veel te doen.
Tegen 8 uur ging de zaal eindelijk open, en nog weer een kwartier later werd een animatiefilm vertoond van Russische makelij, die ik heel humoristisch vond.
Kennelijk gaat dat zo, maar in tegenstelling tot de vele mededelingen waar Sydney rijk aan is (mind your step, don't litter, travelling without a valid ticket will be prosecuted, police now focusing on kerb crawlers) had ik dit nu weer nergens aangekondigd gezien.
Na een support act (een dame met een gitaar met een vriend die banjo en cello speelde) volgde opnieuw een filmpje, dit keer over Eels, de band die we kwamen beluisteren. De muziek hield het midden tussen spacey country muziek en creatief uitgevoerde ballads, met grappige instrumenten zoals een koffer die als slagwerk diende, een zingende zaag, een heel strijkkwartet, een contrabas die de baspartij verzorgde en nog zo wat zaken.
Na de derde toegift ben ik weggegaan, ik was een beetje moe, zoals jullie inmiddels weten. Erick was nog gebleven en vertelde me dat ze voor nog een handjevol publiek terugkwamen, gekleed in hun pyjama's en alsnog een toegift speelden. Tja.

Vandaag was er veel regen, echt een dag voor het internetcafé waar de computer helaas niet meewerkte....
Het is niet echt koud, zo’n 20 graden, maar wel nat en miezerig.

Zaterdagochtend (nu nog in de toekomst maar als ik dit bericht plaats heb ik de tocht al achter de rug) vertrek ik om kwart over zeven met de trein naar het noorden. Ongeveer 11 uur later arriveer ik op een station dat Casino heet, waar ik vervolgens met een bus nog twee uur door de kuststrook rijd tot ik om negen uur ’s avonds uitstap bij Ocean Shores.
Daar zal mijn vriendin Liane me ophalen. Ik kan bij haar logeren.

Het is er warmer en zonniger dan hier, en het ligt vlak bij het strand in een mooi groen, heuvelachtig landschap.
Ik ben benieuwd!

Powered by Blogger