Mount Jeruzalem
Gisteren weer eens een wandeling gemaakt hier in de buurt. Ik wilde dat al een tijdje, maar aarzelde omdat het niet zo'n goed idee is om dat alleen te doen. Als er iets gebeurt is er niemand om je te redden.
Maar gisteren kon ik samen met Gurudassi (die oorspronkelijk Christina heet en uit Nederland komt) in het natuurgebied rondom de berg Jeruzalem wandelen. Gurudassi (GD) heeft daar een tijdje geleden een huisje gekocht, ongeveer 20 minuten van Liane's huis.
Ik zou zelfs een paar nachten bij haar blijven slapen, maar ze heeft het momenteel zo druk (als kinderpsycholoog en als verzorger van oude mensen) dat ze amper thuis is en bovendien wordt haar huis net geschilderd en opgeknapt, dus is alles een redelijke puinhoop. Niet zo'n goede timing dus.
In haar tuin heeft GD een badkuip ingegraven. Die ze ook echt gebruikt om een bad te nemen.
"Heerlijk hoor," zei ze, "om in de open lucht een bad te nemen."
En ze vangt in deze badkuip de cane toads, een soort padden die hier in Australie een ware plaag zijn. De padden hebben hier (behalve de mens) geen natuurlijke vijanden, en zijn giftig voor alle dieren die hen opeten.

De badkuip in de tuin van GD
Ze heeft twee bronnen van water, het water uit de kraan is opgepompt uit de 'creek' onderaan de heuvel. Ze gaat daar ook wel zwemmen. Ongeveer dertig meter lager dan haar huis kon ik door de bomen het water van het kleine meertje zien liggen,. Dan heeft ze niet zo lang geleden een hele grote groenplastic tank gekocht (vier meter doorsnede en zes meter hoog), met onderin een eigen kraantje om water uit te tappen, die is aangesloten op de regenpijp waarmee het water van het dak van haar huis wordt opgevangen. Dat water gebruikt ze voor de thee.
Ik kende GD al een beetje omdat ze ooit in Amsterdam een nachtje bij mij gelogeerd had. Ze is eveneens een vriendin van Michael.
De avond tevoren was ze ook mee naar de Wearable Arts manifestatie. Het is een leuke vrouw en we hebben veel raakvlakken, nog afgezien van het feit dat het wel weer eens grappig was om Nederlands te kunnen spreken.
Ze heeft een leuk huisje. Het ligt een stukje meer landinwaarts, en is er meteen een stuk warmer dan aan de kust. Toen ik er kwam was het net boven de 30 graden. In de winter is het er ook kouder dan aan de kust, vertelde ze.
Acht jaar geleden is ze naar Australie gekomen, met af en toe nog een tijdje weer terug in Nederland. Ze is nog steeds Nederlandse.
"De enige reden waarom ik Australische zou willen worden is dat ik dan kan stemmen."
Want de politieke situatie geeft daar voldoende aanleiding toe. Volgens de mensen die ik hier spreek (geen doorsnee-Australiers, natuurlijk), is Australie hard op weg om een politiestaat te worden.
Een wet staat op het punt om onder politieke druk en tijdsdruk door het parlement geloodst te worden die de Veiligheidsdienst in staat stelt om je zonder enige motivering een week vast te houden, met een verlengingsmogelijkheid tot drie maanden. Je mag niemand vertellen waar je zit en wat er met je is gebeurd, je mag alleen je familie op de hoogte stellen van het feit dat je nog leeft.
Ook nadat je weer vrij bent mag je met niemand praten over wat er is gebeurt, op straffe van een gevangenisstraf van 7 jaar.
Dit is een van de maatregelen in een serie van aanscherpingen die het gevolg zijn van de Australische deelname aan de oorlog in Irak en de bomontploffingen in London. De angst voor terrorisme wordt, in navolging van Bush (die door de Australische premier John Howard naar het schijnt nogal bewonderd wordt) enorm opgezweept om diverse maatregelen die de burgerrechten aantasten te rechtvaardigen.
Andere kritiek op John Howard is dat de regering onder zijn leiding vermogens uitgeeft aan PR-bureaus om diverse overheidsmaatregelen geaccepteerd te krijgen. Geen postbus 51, maar een publiciteitscampagne die het publiek van de juistheid van diverse maatregelen moet overtuigen.
Onlangs heeft de regering een Amerikaanse vredesactivist zijn visum ontnomen en op zijn eigen kosten onder escorte naar huis gestuurd. 7000 dollar, of hij maar even wilde betalen.
De regering kan dus onder het mom van strijd tegen het terrorisme vredesactivisten als staatsgevaarlijk bestempelen. Pleiten voor vrede is in het denken van de Australische regering te beschouwen als een daad van terrorisme.
Dit was een van de dingen waar we het over hadden bij een kopje Earl Grey van water uit de groene tank met een scheutje rauwe (illegale) koemelk van haar buurman.
Vanaf het huis van GD was het nog tien minuten rijden naar het natuurgebied, waarvan zeker de helft over een bochtige, onverharde en heuvelachtige weg. Ik wilde graag rijden om zoveel mogelijk rij-ervaring op te doen. En alles verliep prima, niet het minst doordat ik geen vluchtheuvels tegenkwam. Wat zeker ook helpt is dat ik meteen in Sydney als voetganger op de stoep de gewoonte overnam om ook daar links te houden, zodat ik inmiddels vrij automatisch op de smalle weggetjes bij een tegenligger naar links uitwijk.

Het landschap is hier mooi groen en heuvelachtig.
Veel bos, hier en daar weilanden.
En natuurlijk ook hier veel eucalyptusbomen, waarvan er enorm veel soorten bestaan, maar die er vrijwel allemaal een beetje haveloos uitzien.
GD had een speciaal plekje op het oog. Na een half uur liep de onverharde weg dood, en ging over in een heel smal en ruw paadje, over rotsen en mossige boomstronken langs een stroompje.

Het water kwam telkens in een klein poeltje terecht, waarna het over de rand klaterde in een volgend poeltje.
Na nog een kwartiertje langs dit paadje liep het stroompje over de rand van een steile afgrond, en kwam 30 meter lager weer in een poeltje terecht.

Dit was inderdaad een heel mooi plekje. Je ziet hier GD zitten op de rand van de afgrond.
Het was nog steeds behoorlijk warm, en GD stelde voor dat we onszelf nog even zouden onderdompelen in een van de vele poeltjes. We hadden maar weinig tijd omdat ze op tijd weer terug moest zijn voor haar werk die avond, en ik aarzelde omdat ik niet wilde moeten haasten met de auto.
Ze zei dat het maar drie minuten kostte.
Ik liet me overhalen, en daar gingen we hup uit de kleren in een van de poeltjes.
We hadden geen handdoek of zo bij ons, maar het was prima om ons gewoon nat weer aan te kleden, het was warm zat en het hielp met afkoelen. Het water was heerlijk, lekker fris, en hoewel we de rest van de terugweg in vrij hoog tempo aflegden, werkte onze onderdompeling nog best lang na en was ik blij dat ik me had laten overhalen.
0 Comments:
Post a Comment
<< Home