23 October 2005

beetje moe


Eergisteren een hele tijd in het internetcafe een tekst zitten intypen voor mijn weblog. Toen liep de computer vast; alles weg. Ja, moet tussendoor ook saven, nietwaar.
Ik had toen helaas geen puf meer om weer opnieuw te beginnen, want ik was al een paar dagen een beetje moe.
Wel nog diezelfde dag op Anna's laptop een verslagje geschreven, maar geen energie meer om 's avonds nog naar het cafe te gaan om het op het net te zetten.
Daarom nu enigszins verlaat het onderstaande relaas.


21 oktober 2005

Na de eerste spannende dagen in Sydney met veel te zien en te ontdekken, wil mijn lichaam even niet meer zo erg. Ik ben wat moe en slaap overvalt me in hevige mate op ongewenste momenten.

Zoals een paar dagen geleden toen ik naar Christopher was gegaan voor de bijeenkomst die in het teken stond van Andrew Cohen.
Er waren verschillende manieren om naar Rose Bay te gaan, de wijk waar Christopher woont, maar ik koos voor de ferry omdat ik hoopte dat de volle maan op de achtergrond van de landtong van Rose Bay een mooi plaatje zou opleveren. De dag ervoor was de maan prachtig geweest toen ik met de trein terug reisde vanaf Parramatta, een westelijke wijk van Sydney.

Die treinreis gaf trouwens wel een vreemde gewaarwording. Je reist hier met de trein naar Liverpool, Canterbury of Paddington, de stationnetjes hebben hetzelfde uiterlijk en dezelfde sfeer als die rondom Londen, in het landschap zie ik golfterreinen en cricketvelden, zodat ik alleen aan de palmen en de vreemde vogelgeluiden kan merken dat ik niet werkelijk in Engeland ben.

En aan het feit dat de stations hier niet verveloos en mat maar fris en helder zijn.





Een frisgestreken station in Sydney (Warwick Farm), maar wel met een ouderwets signaleringssysteem.





Boven de heuvels waarin diverse wijken van Sydney zich in een toenemend duister hulden stond toen dus die indrukwekkend heldere maan.

Die maan, maar dan boven het water van Rose Bay, met daarachter de groene wijken die naar Vaucluse aan de South Head kaap rolden, dat stelde ik me voor bij mijn overtochtje met het veer. De ondergaande zon gaf de skyline van Sydney-City in het westen achter me een warm-gele omlijsting, opgeluisterd door de verlichte Bay Bridge, Opera House en kantoorgebouwen, maar in het oosten hingen twee wolken boven Rose Bay die de maan aan het zicht onttrokken.




Op weg naar Rose Bay. Merk de wolken op die de maan aan het zicht onttrekken.


De anderen, Alex, Melissa en Graham, waren er al toen ik bij Christopher aan kwam. Ik had er niet op gerekend dat nummer 78 Chaleyer Street nog 10 minuten lopen van het begin van de straat vandaan lag.

We begonnen met een geleide meditatie van Andrew Cohen. Een goed begin, want het gaf mooie beelden in mijn hoofd. “Let go of the relationship with your perceptions. Let it all fall away.”

Daarna volgde een audio-interview op CD met Andrew Cohen. Toen had ik grote moeite om wakker te blijven. Dat kwam misschien ook omdat het onderwerp me niet zo aansprak. Hij riep op om mee te helpen aan het laten ontstaan van meer ‘awareness’, omdat dit een kritieke tijd zou zijn in de evolutie van de mens.

Andrew Cohen is niet de enige die dat roept. Eckhardt Tolle en andere spirituele lichten zeggen iets soortgelijks. Ik kan dat echter niet rijmen met de boodschap dat tijd niet bestaat, dat bewustzijn is, was, en zal zijn, maar niet wezenlijk aangetast kan worden door de wereld die zich als werkelijkheid presenteert maar feitelijk een illusie is. Als dat allemaal een illusie is, waarom zou je je dan druk maken om de manier waarop mensen zich in de nesten lijken te werken? Het is ten slotte allemaal maar schijn?
Na afloop van het interview dronken we thee en praatten we na. Ik wierp de vraag op waar ik mee zat: Waar komt deze zorg vandaan dat het nodig is om een groter bewustzijn tot stand te brengen als het bewustzijn waar we allemaal deel van uitmaken tegelijkertijd onaantastbaar is?
Het leidde wel tot de nodige discussie, maar niet tot een voor mij bevredigend antwoord.

Na afloop gaf Alex mij en Melissa een lift terug naar huis.
Dat was erg prettig, want ik was opnieuw moe en blij om weer mijn matrasje in Anna’s woon/eetkamer annex keuken te kunnen uitspreiden.




Links de 'eetkamer', rechts de toegangsdeur tot het huisje van Anna en Erick.






Woonkamer en keuken.






De dag erna ben ik naar Anna’s school geweest. De International Film School ligt ingeklemd tussen twee bedrijfsgebouwen in een industrieterrein in Noord-Sydney (over 'de brug': Harbour Bridge).




De voorkant van Anna's school.











De montagekamer



Het was leuk om rond te kunnen kijken op de plek waar ze de laatste (bijna) twee jaar zo hard heeft gewerkt en nog steeds.



Anna beoordeelt het pak dat haar assistente voor de requisieten (ik weet de technische afkorting voor deze functie niet meer) voor de hoofdpersoon van haar film heeft uitgekozen.





Aan dezelfde noordkant van de brug als Anna's school heb je ook Manly, zo genoemd door Governor Phillip die in 1787 met de eerste Engelse vloot vol gedetineerden meekwam, omdat hij de Aborigines bij deze landtong er zo stoer en mannelijk uit vond zien.
Manly ligt op de landtong die uitmondt in North Head, de kaap tegenover, je raadt het al, South Head.

Een bustocht van zo’n dertig minuten met hier en daar prachtige vergezichten omdat de landtong zich vrij hoog boven de zeespiegel verheft leidde naar het eindpunt, Manly Wharf, waarvandaan ik weer de veerboot terug naar Sydney zou nemen. Maar eerst wilde ik nog wat verder rondkijken en naar North Head lopen.






De Corso in Manly, voetgangersstraat van oost (haven) naar west (oceaan).






Het centrum van Manly zelf is leuk en levendig. De winkelstraat Corso (alleen voor voetgangers) loopt dwars door Manly heen van de binnenbaai met de haven naar de oceaan en een prachtig strand met ‘good surf’.





Good surf






Ik liep in de richting van waar ik North Head vermoedde maar de ene na de andere weg liep dood in een hek. Het was ofwel militair terrein (herkenbaar aan de damesslipjes die op diverse plaatsen rondom het toegangshek in de bomen hingen) ofwel een waterwingebied.

Er was echter ook nog een gloednieuw wandelpad dat ik kon proberen.

Na een minuut of twintig op dit pad stuitte ik op drie mannen die bezig waren met de verdere aanleg en verbetering van het pad. Ik merkte op dat zij ‘a job with a view’ hadden. “Yeah, it’s sort of nice, isn’t it?” was hij het wel met me eens.

Na nog een minuut of vijf kwam het pad stuitte het pad op een lange muur.





Hier eindigt de muur in de klif (40 meter hoog).

Recht tegenover me was een gat in de muur waar ik met enige moeite net door heen zou kunnen kruipen. Ik kwam daar een jongen tegen die dat net gedaan had en die me vroeg of er nog wel zoiets als een pad was in de richting waar ik vandaan kwam. Ja, hoor, kon ik volmondig beamen. Hij kon me vertellen dat ik door het gat in de muur een pad kon volgen dat na een minuut of tien bij Shelly Beach uit zou komen, een strand in een beschutte baai, niet ver van Manly Beach. Opnieuw geen North Head, maar ik besloot dit pad toch maar te nemen en dan verder te zien of ik nog zin had om naar North Head te
lopen.






Op weg naar de muur.



Vanaf dit pad waren diverse uitkijkplaatsen ingericht, waar ik telkens gefascineerd naar surfers zat te kijken. “Dit wordt een mooie golf,” dacht ik dan, “eens zien of die surfer deze neemt.” Het is een fascinerend gezicht vind ik. Beter dan “The Weakest Link”. Op zo"n uitzichtspunt tikte iemand op mijn schouder. Dat was Lisa, de zus (in de wandelgang 'het zusje') van Erick, die tijdelijk door Australie reist.

Sydney, 4 miljoen inwoners en gigantisch groot, ik ken drie mensen, en voila!

Zij besloot om het pad achter de muur te proberen, en ik ging verder naar beneden naar Shelly Beach.
Bij het lopen was ik regelmatig afgeleid om te zien wat de golven en de surfers deden en toen ik bijna bij Manly Beach terug was zag ik de paal niet die in mijn pad stond.
Klassiek.
Au.
Dat werd een dikke buil op mijn voorhoofd.

Geen North Head meer, besloot ik maar, en nam de ferry terug naar Sydney.

De volgende dag bezocht ik ‘s avonds een concert van Eels in Big Top, een semi-permanente tent bij Luna Park die zo’n 1000 mensen kan herbergen, en het was vrijwel helemaal gevuld.
De kaartjes waren duur, boven Ericks budget, maar omdat hij de juiste vrienden heeft, kreeg hij een paar dagen later zomaar een vrijkaartje aangeboden, dus ging hij ook.
Anna wilde niet en had bovendien geen tijd.
Op het kaartje stond als aanvangstijd 7 uur. Speciaal daarom had Erick voor ons om vier uur al een heerlijke maaltijd verzorgd: kip volgens mama's recept.
Koken is een van Ericks talenten. Hij heeft jaren als kok in restaurants gewerkt.
Om 7 uur stonden bij Luna Park mensen wel een biertje te drinken, maar er was nog niet veel te doen.
Tegen 8 uur ging de zaal eindelijk open, en nog weer een kwartier later werd een animatiefilm vertoond van Russische makelij, die ik heel humoristisch vond.
Kennelijk gaat dat zo, maar in tegenstelling tot de vele mededelingen waar Sydney rijk aan is (mind your step, don't litter, travelling without a valid ticket will be prosecuted, police now focusing on kerb crawlers) had ik dit nu weer nergens aangekondigd gezien.
Na een support act (een dame met een gitaar met een vriend die banjo en cello speelde) volgde opnieuw een filmpje, dit keer over Eels, de band die we kwamen beluisteren. De muziek hield het midden tussen spacey country muziek en creatief uitgevoerde ballads, met grappige instrumenten zoals een koffer die als slagwerk diende, een zingende zaag, een heel strijkkwartet, een contrabas die de baspartij verzorgde en nog zo wat zaken.
Na de derde toegift ben ik weggegaan, ik was een beetje moe, zoals jullie inmiddels weten. Erick was nog gebleven en vertelde me dat ze voor nog een handjevol publiek terugkwamen, gekleed in hun pyjama's en alsnog een toegift speelden. Tja.

Vandaag was er veel regen, echt een dag voor het internetcafé waar de computer helaas niet meewerkte....
Het is niet echt koud, zo’n 20 graden, maar wel nat en miezerig.

Zaterdagochtend (nu nog in de toekomst maar als ik dit bericht plaats heb ik de tocht al achter de rug) vertrek ik om kwart over zeven met de trein naar het noorden. Ongeveer 11 uur later arriveer ik op een station dat Casino heet, waar ik vervolgens met een bus nog twee uur door de kuststrook rijd tot ik om negen uur ’s avonds uitstap bij Ocean Shores.
Daar zal mijn vriendin Liane me ophalen. Ik kan bij haar logeren.

Het is er warmer en zonniger dan hier, en het ligt vlak bij het strand in een mooi groen, heuvelachtig landschap.
Ik ben benieuwd!

0 Comments:

Post a Comment

<< Home

Powered by Blogger