14 August 2007

armen

Een gewoon woord als 'kast' of 'koe' of 'huis' komt je als vreemd en onbegrijpelijk voor wanneer je er maar lang je aandacht op richt.

huis

huis

huis

huis

huis

huis

huis

....

Nu ja, je snapt wel wat ik bedoel.

Maar dit gaat niet alleen op voor woorden, ontdekte ik.
Tijdens mijn woon-werk wandeling keek ik naar wat mensen met hun armen doen tijdens het lopen.

De armzwaai komt in vele vormen.

Sommigen zwiepen hun armen bij het lopen krachtig heen en weer, kordate slingers van een klok, zo te zien doelgericht op weg naar iets.
Er zijn er die met hoog opgetrokken schouders hun armslag beperken tot iets houterigs: schokkerige stokjes.
Er zijn ook talloze variaties in de elleboogknik. Sommigen knikken hun armen bij de elleboog, anderen houden de arm voornamelijk gestrekt.
Dan zijn er die een lekkere lome ontspannen slag over zich hebben, een slenterzwaai, en juist bij hen valt op wat een vreemde lichaamsdelen armen zijn. Het lijken wel nutteloze slurfen. Maar waar een olifant bij het lopen slecht één doelloos hangend lichaamsdeel heeft, hebben wij er twee. Het zijn vreemde aanhangsels die we aan weerszijden van ons lijf wat ongemakkelijk mee laten slieren.

Voor mijn geestesoog verschijnt een National Geographic documentaire over de mens in zijn natuurlijk habitat, waarbij de commentaarstem opmerkt:

"Humans may not be the only animal where limbs are dangling uselessly while they are not in use, but they are definitely the most noteworthy. One would expect that this strange trick of nature would lead to strains on the shoulders and the neck, and indeed, it does." Etc.

Met veel mooie opnamen van zwaaiende, slingerende, slaande, zwiebelende, sidderende en zwiepende armen.

07 August 2007

waarom ik wel van filosoferen houd, maar niet van filosofen

Filosoferen vind ik leuk. Maar het lezen van filosofieboeken vind ik over het algemeen een regelrechte ramp. Ik kom er niet doorheen.

Ik weet nu waarom: ergens in elk filosofisch betoog schuilt impliciet of expliciet een aanname, een zekerheid dat dit of dat in ieder geval zeker bestaat. Vrijwel altijd is dat een aanname waarbij ik denk: "Maar, eh, .....??"

De aanname overtuigt me niet.

En als ik die fundamentele aannamen niet kan accepteren, verlies ik mijn belangstelling voor het filosofisch bouwwerk, hoe knap ook.

Een filosofisch bouwwerk heeft, vermoed ik, wel tenminste één of meer ontwijfelbaarheden nodig, omdat men fundamenten nodig heeft om op te bouwen.
Maar misschien is drijfzand wel het enige dat er is?

Filosofen houden zich bijvoorbeeld bezig met het lichaam-geest probleem. De aanname is dan vaak dat materie (c.q. het lichaam) bestaat, waarbij de vraag zich aandient hoe dat lichaam zich verhoudt tot de vluchtigheid van onze ervaringen.
Maar zoals ik zie, zijn mijn ervaringen mijn enige bestaan - het is als het ware alles dat er is, het is mijn universum, en het bestaan van materie als iets dat tot een ander domein behoort dan mijn ervaringen, is daarin een onbewezen hypothese.
Dan begint de dwaling al zodra men aanneemt dat materie bestaat.

Vroeg of laat komt elk filosofisch systeem in de problemen. Ik vind het telkens veel intrigerender en boeiender om te lezen waar een filosofisch systeem zich in de nesten heeft gewerkt, dan om te lezen hoe een filosoof steen voor steen in alle ernst een luchtkasteel bouwt.
Ik zou hem of haar toe willen roepen, hela! de keizer heeft geen kleren aan! Hou toch op die met die malligheid....

Het onderdeel van de filosofie dat denkbeelden en theorieën doorlicht op consistentie en logica vind ik daarentegen wel erg boeiend en nuttig.
Ik denk dat filosoferen kan dienen als gereedschap om ons denken te scherpen.
Als werkwoord, als bezigheid.

Maar voor een beschrijving van de werkelijkheid of van de waarheid hebben we denk ik maar weinig aan de filosofie.

Powered by Blogger