armen
Een gewoon woord als 'kast' of 'koe' of 'huis' komt je als vreemd en onbegrijpelijk voor wanneer je er maar lang je aandacht op richt.
huis
huis
huis
huis
huis
huis
huis
....
Nu ja, je snapt wel wat ik bedoel.
Maar dit gaat niet alleen op voor woorden, ontdekte ik.
Tijdens mijn woon-werk wandeling keek ik naar wat mensen met hun armen doen tijdens het lopen.
De armzwaai komt in vele vormen.
Sommigen zwiepen hun armen bij het lopen krachtig heen en weer, kordate slingers van een klok, zo te zien doelgericht op weg naar iets.
Er zijn er die met hoog opgetrokken schouders hun armslag beperken tot iets houterigs: schokkerige stokjes.
Er zijn ook talloze variaties in de elleboogknik. Sommigen knikken hun armen bij de elleboog, anderen houden de arm voornamelijk gestrekt.
Dan zijn er die een lekkere lome ontspannen slag over zich hebben, een slenterzwaai, en juist bij hen valt op wat een vreemde lichaamsdelen armen zijn. Het lijken wel nutteloze slurfen. Maar waar een olifant bij het lopen slecht één doelloos hangend lichaamsdeel heeft, hebben wij er twee. Het zijn vreemde aanhangsels die we aan weerszijden van ons lijf wat ongemakkelijk mee laten slieren.
Voor mijn geestesoog verschijnt een National Geographic documentaire over de mens in zijn natuurlijk habitat, waarbij de commentaarstem opmerkt:
"Humans may not be the only animal where limbs are dangling uselessly while they are not in use, but they are definitely the most noteworthy. One would expect that this strange trick of nature would lead to strains on the shoulders and the neck, and indeed, it does." Etc.
Met veel mooie opnamen van zwaaiende, slingerende, slaande, zwiebelende, sidderende en zwiepende armen.
huis
huis
huis
huis
huis
huis
huis
....
Nu ja, je snapt wel wat ik bedoel.
Maar dit gaat niet alleen op voor woorden, ontdekte ik.
Tijdens mijn woon-werk wandeling keek ik naar wat mensen met hun armen doen tijdens het lopen.
De armzwaai komt in vele vormen.
Sommigen zwiepen hun armen bij het lopen krachtig heen en weer, kordate slingers van een klok, zo te zien doelgericht op weg naar iets.
Er zijn er die met hoog opgetrokken schouders hun armslag beperken tot iets houterigs: schokkerige stokjes.
Er zijn ook talloze variaties in de elleboogknik. Sommigen knikken hun armen bij de elleboog, anderen houden de arm voornamelijk gestrekt.
Dan zijn er die een lekkere lome ontspannen slag over zich hebben, een slenterzwaai, en juist bij hen valt op wat een vreemde lichaamsdelen armen zijn. Het lijken wel nutteloze slurfen. Maar waar een olifant bij het lopen slecht één doelloos hangend lichaamsdeel heeft, hebben wij er twee. Het zijn vreemde aanhangsels die we aan weerszijden van ons lijf wat ongemakkelijk mee laten slieren.
Voor mijn geestesoog verschijnt een National Geographic documentaire over de mens in zijn natuurlijk habitat, waarbij de commentaarstem opmerkt:
"Humans may not be the only animal where limbs are dangling uselessly while they are not in use, but they are definitely the most noteworthy. One would expect that this strange trick of nature would lead to strains on the shoulders and the neck, and indeed, it does." Etc.
Met veel mooie opnamen van zwaaiende, slingerende, slaande, zwiebelende, sidderende en zwiepende armen.