Herinneringen opdoen
Nu mijn thuiskomst dichterbij komt, ben ik enigszins geneigd een balans op te maken: was het wel leuk en was het wel ergens goed voor?
Ik herinner me hoe ik acht jaar geleden met een groepje een wandeltocht ging maken langs het Greenstone en Caples Track in de buurt van Glenorchy, niet ver van Wanaka, en dwars door het gebied waar later een groot deel van The Lord of the Rings werd opgenomen. De wandeltocht was heel zwaar, zwaarder dan wat ik daarvoor ooit had gelopen, terwijl ik op dat moment eveneens een betere conditie had dan ik daarvoor ooit gehad had. Toen wij de tocht liepen, met Pasen, was het nogal druk en moesten we zorgen dat we op tijd bij onze hut waren om verzekerd te zijn van een plekje voor de nacht. Als je te laat kwam moest je op de grond of buiten op de waranda slapen. Sommige wandelaars hadden, in tegenstelling tot ons, dan wel een tent bij zich, maar in april kan het hier 's nachts al flink koud zijn, met nachtvorst aan toe.
Het tempo lag dus hoog en bij aankomst bij de hut kon ik nog net snel mijn schoenen uittrekken en mijn slaapzak uitrollen voordat ik crashte en vrijwel direct in een diepe slaap viel, waar ik even uit wakker werd om iets te eten, waarna ik helaas niet in staat was mee te doen met alle gezelligheid, waar ik vrijwel onverstoorbaar doorheen sliep.
Sommige anderen van ons groepje gaven toe dat zij het ook wel zwaar vonden, en dat ze het soms helemaal niet zo leuk vonden, met zoveel kilo's op je rug glibberen over gladde boomstronken en rotsen, hangend aan takken om je evenwicht te houden, zompend door de zoveelste bergstroom en voortdurend blaren.
"Waarom doe je het dan eigenlijk?" vroeg ik haar.
"Nou, als ik weer thuis ben is het wel leuk om op terug te kijken," zei ze.
"Dus als ik het goed begrijp ben je nu vooral bezig om leuke herinneringen op te doen?"
Ja, daar kon ze het lachend wel mee eens zijn.
Los van het feit dat ik het op het moment zelf meestal erg goed naar mijn zin heb gehad, zijn de herinneringen aan een scala aan ervaringen beslist een kostbaar nevenproduct van mijn reisje.
Wat een ervaring bijzonder of aangenaam maakt is een bepaalde atmosfeer waarbij ik als het ware kan verdwijnen in de ervaring zelf en niet wordt afgeleid door allerlei gedoe om me heen. De stilte op het zuidelijkste puntje van Tasmanie vond ik heel aangenaam, en weten dat ik niets hoef. Geen toegangsbewijs en geen sluitingstijd.
Snorkelen in de nacht bij een Hondurees koraaleilandje met het universum beneden me en boven me was ook heel bijzonder.
Het gaat om een atmosfeer waarbij dat-wat-groter-is-dan-ik mij in betekenisvolle zwijgzaamheid omarmt en mij doordringt van een besef dat.... tja, van een besef dat je niet in woorden kunt uitdrukken.
Dat soort atmosfeer tref ik bijna per definitie niet aan bij allerlei toeristische attracties. Het is niet een soort snobisme waarom ik er niet heen wil, zoiets als: dat is voor de massa en niet voor mij. Als ik er heen kon zonder alle drukte eromheen zou ik het graag doen.
Ik heb ook ontdekt dat ik het reizen zelf heel leuk vind, wandelend van A naar B, met de bus, met de trein, met het vliegtuig, met de auto.
Ja, tot mijn verrassing heb ik erg genoten van het reizen met een autootje. Het landschap om me heen zien veranderen en telkens de verrassing van wat er straks weer te zien zal zijn. Wat allemaal nog leuker was als er weinig verkeer was, zodat ik me meer kon richten op alles wat er om me heen te zien was.
Misschien later meer, anders komt mijn volgende (laatste?) bericht waarschijnlijk weer vanaf mijn thuishonk.
Ik herinner me hoe ik acht jaar geleden met een groepje een wandeltocht ging maken langs het Greenstone en Caples Track in de buurt van Glenorchy, niet ver van Wanaka, en dwars door het gebied waar later een groot deel van The Lord of the Rings werd opgenomen. De wandeltocht was heel zwaar, zwaarder dan wat ik daarvoor ooit had gelopen, terwijl ik op dat moment eveneens een betere conditie had dan ik daarvoor ooit gehad had. Toen wij de tocht liepen, met Pasen, was het nogal druk en moesten we zorgen dat we op tijd bij onze hut waren om verzekerd te zijn van een plekje voor de nacht. Als je te laat kwam moest je op de grond of buiten op de waranda slapen. Sommige wandelaars hadden, in tegenstelling tot ons, dan wel een tent bij zich, maar in april kan het hier 's nachts al flink koud zijn, met nachtvorst aan toe.
Het tempo lag dus hoog en bij aankomst bij de hut kon ik nog net snel mijn schoenen uittrekken en mijn slaapzak uitrollen voordat ik crashte en vrijwel direct in een diepe slaap viel, waar ik even uit wakker werd om iets te eten, waarna ik helaas niet in staat was mee te doen met alle gezelligheid, waar ik vrijwel onverstoorbaar doorheen sliep.
Sommige anderen van ons groepje gaven toe dat zij het ook wel zwaar vonden, en dat ze het soms helemaal niet zo leuk vonden, met zoveel kilo's op je rug glibberen over gladde boomstronken en rotsen, hangend aan takken om je evenwicht te houden, zompend door de zoveelste bergstroom en voortdurend blaren.
"Waarom doe je het dan eigenlijk?" vroeg ik haar.
"Nou, als ik weer thuis ben is het wel leuk om op terug te kijken," zei ze.
"Dus als ik het goed begrijp ben je nu vooral bezig om leuke herinneringen op te doen?"
Ja, daar kon ze het lachend wel mee eens zijn.
Los van het feit dat ik het op het moment zelf meestal erg goed naar mijn zin heb gehad, zijn de herinneringen aan een scala aan ervaringen beslist een kostbaar nevenproduct van mijn reisje.
Wat een ervaring bijzonder of aangenaam maakt is een bepaalde atmosfeer waarbij ik als het ware kan verdwijnen in de ervaring zelf en niet wordt afgeleid door allerlei gedoe om me heen. De stilte op het zuidelijkste puntje van Tasmanie vond ik heel aangenaam, en weten dat ik niets hoef. Geen toegangsbewijs en geen sluitingstijd.
Snorkelen in de nacht bij een Hondurees koraaleilandje met het universum beneden me en boven me was ook heel bijzonder.
Het gaat om een atmosfeer waarbij dat-wat-groter-is-dan-ik mij in betekenisvolle zwijgzaamheid omarmt en mij doordringt van een besef dat.... tja, van een besef dat je niet in woorden kunt uitdrukken.
Dat soort atmosfeer tref ik bijna per definitie niet aan bij allerlei toeristische attracties. Het is niet een soort snobisme waarom ik er niet heen wil, zoiets als: dat is voor de massa en niet voor mij. Als ik er heen kon zonder alle drukte eromheen zou ik het graag doen.
Ik heb ook ontdekt dat ik het reizen zelf heel leuk vind, wandelend van A naar B, met de bus, met de trein, met het vliegtuig, met de auto.
Ja, tot mijn verrassing heb ik erg genoten van het reizen met een autootje. Het landschap om me heen zien veranderen en telkens de verrassing van wat er straks weer te zien zal zijn. Wat allemaal nog leuker was als er weinig verkeer was, zodat ik me meer kon richten op alles wat er om me heen te zien was.
Misschien later meer, anders komt mijn volgende (laatste?) bericht waarschijnlijk weer vanaf mijn thuishonk.
0 Comments:
Post a Comment
<< Home