Tegucigalpa
Tot nu toe vind ik de Hondurese hoofdstad Tegucigalpa vooral druk, lawaaiig en nogal onaantrekkelijk. Voor zover er hier zoiets als een schoonheidscommissie bestaat, heeft deze duidelijk andere opvattingen dan ik.
Het oude centrum moest wel de moeite waard zijn, had ik gelezen en gehoord. Dit deel van de stad met diverse bezienswaardigheden als kerken en musea is voor het merendeel omringd door een rivier. De straat Avenida La Paz leidt rechtstreeks naar dit deel van de stad en aan het einde hiervan ligt een brug die toegang geeft tot het oude centrum. Achter dit oude centrum ligt nog een oude wijk, maar daar kun je je als toerist maar beter niet wagen, had ik gelezen en gehoord, zeker niet als je waardevolle spullen bij je hebt. Dat gedeelte is nog armer dan het centrum, en er vinden veel (soms geweldadige) berovingen plaats, en als er moorden worden gepleegd dan is het vaak in deze wijk, deze Barrio (wijk) Comoyaguela. Zolang ik de brug naar dat andere deel maar niet oversteek is alles dus wel OK.
Een kaart van Tegucigalpa leek me wel prettig om te voorkomen dat ik zou verdwalen. Jan en ik waren daar eerder die dag al naar op zoek geweest. We vonden in een boekwinkel wel iets dat op een kaart leek, maar die leek niet erg volledig. Wat wel in overvloed op de kaart stond was reclame voor diverse ondernemingen zoals hotels, restaurants, garages enzovoort.
Jan legde me uit dat je een bestemming niet met behulp van straatnamen aangeeft, maar aan de hand van belangrijke punten in de stad. Net zoals we in de jaartelling van ons persoonlijk leven gebeurtenissen plaatsen als ‘dat was nog in ons oude huis’ of ‘dat moet na mijn afstuderen zijn geweest’, geef je hier een adres aan als ‘vlakbij Hotel Malaga’ of ‘tegenover de bakker’.
Het huis van Toot en Jan in Santa Lucia heeft bijvoorbeeld geen adres, maar wordt aangeduid als ‘achter het gemeentehuis.’ Het kantoor van SNV heeft weliswaar een formeel adres, maar dat wordt in de wandelgang niet gebruikt en is ook niet erg van nut wanneer je een taxichauffeur wilt uitleggen waar je heen wilt. Dan kun je hem beter uitleggen dat het vlak bij de rotonde achter MacDonalds is of in welke wijk je moet zijn.
Misschien hebben ze daarom ook wel zoveel borden in de stad, zodat die als herkenningspunten kunnen dienen.
Vanaf het kantoor van het SNV was het volgens Toot een half uur lopen naar het oude centrum, maar omdat ik pas rond half vier weg ging en Jan toevallig met de Mitsubishi in de buurt was, wilde hij me wel een stuk die kant op brengen.
Bij wijze van kaart had ik een kopietje van het centrum van Tegucigalpa uit een reisgids over Honduras bij me.
Terwijl Jan zich door het beginnende spitsverkeer een weg baande, gaf hij me nog wat laatste aanwijzingen voor de terugweg.
“Weet je het gebouw van de Amerikaanse ambassade, als je daar naar rechts gaat dan zit je al bijna goed. Dan moet je wel flink klimmen. Je kunt voor de terugweg maar beter een taxi nemen.”
Maar mijn plan was om terug te lopen.
Op een gegeven moment kwamen we in het verkeer van een nauwe straat vrijwel helemaal vast te zitten. Ik ben toen uitgestapt.
Jans laatste aanwijzing was om gewoon langs deze straat te blijven doorlopen, dan zou ik komen waar ik wezen moest.
Rond half zes, net voor zonsondergang, zou ik weer terug zijn bij het SNV, hadden we afgesproken.
Ik ging op zoek naar de brug die ik over moest en die in het verlengde van de Avenida La Paz moest liggen, de weg waar we zojuist over hadden gereden.
De straat waar ik liep was niet breed zodat er alleen eenrichtingsverkeer mogelijk was. Aan weerskanten waren smalle stoepjes met daarop veel piepkleine handeltjes in limoenen, tomaten, horloges, broekriemen, pennen, snoepgoed, enzovoort, met daarnaast een man of vrouw of kind om de waren te verkopen.
Verder waren aan weerskanten van de straat ook gewone winkels en eethuisjes. Er waren stoffenwinkels, veel schoenenwinkels, kappers, heel veel kappers, scholen, internetcafe’s, bakkers, enzovoort. De toegang tot vrijwel alle winkels was afgesloten met een hekwerk. Als je iets wilde kopen vertelde je aan de winkelier achter het hekwerk wat je nodig had. Als je betaald had kreeg je je koopwaar tussen de tralies door aangereikt.
Door de straat was druk verkeer met veel getoeter, geknetter en de vertrouwde stinkende roetwalmen. De bus moest zich hier ook nog een weg door banen. Op voor mij onvoorspelbare momenten stopte zo´n bus, dat was dan kennelijk een halte.
Al eerder had ik gehoord dat er niet veel verkeersregels waren, dat ging zo’n beetje op het gevoel, begreep ik van Jan, waarbij zware, oude auto’s met meer egards werden behandeld dan kleine, nog ongedeukte nieuwe. Richting aangeven is niet cool, dus dat wordt meestal maar achterwege gelaten.
Toot vertelde dat ze in Nederland een keer vlak na haar terugkomst uit Ecuador, waar een soortgelijke rijstijl heerst als hier in Honduras, door een politie-auto was gevolgd. Toen ze haar uiteindelijk tot staan hadden weten te brengen, hadden ze zeven overtredingen geteld, waaronder het negeren van het stopsein van de politiewagen (die ze helemaal niet had opgemerkt). Ze waren heel schappelijk door Toot maar voor twee van de zeven overtredingen te beboeten, en lieten zich vervolgens niet meer vermurwen door haar betoog dat ze even tijd nodig had om zich aan het Nederlandse rijgedrag aan te passen na haar langdurige verblijf in Ecuador.
Dit verkeer dus, en dan in de hier gelukkig smalle straatjes van Tegucigalpa. Ik probeerde nu en dan een parallelstraatje uit met minder druk verkeer, en ik bleef aldoor maar op weg naar de brug die ik over moest om in het gedeelte met de bezienswaardigheden te komen. Wat ik nu om mij heen zag was een verzameling huizen van meestal twee verdiepingen hoog, met een nogal betonnig uiterlijk, en met afbladderende verf in vale kleuren geel, beige, grijs, soms een even vaal groen, rood, blauw. Nu en dan was een huis weer nieuw overgeschilderd in knalgeel of turquoise.
Toeristen zag ik hier niet.
Na ongeveer twintig minuten lopen zag ik eindelijk een brug over de rivier, daar moest ik over om in het oude gedeelte te komen.
Aan de overkant stonden langs alle straten lange rijen marktkraampjes, en ook hier wrong het verkeer zich tussendoor.
Ik ging op zoek naar de bezienswaardigheden op mijn kaartje. Er moest hier ergens een kerk zijn, maar die zag ik niet.
Ik zag daar bijvoorbeeld wel het Hotel Honduras, maar hoewel Hotel Granada en Cafe Paradiso beide op mijn kaartje stonden aangegeven, kon ik Hotel Honduras daar niet op terug vinden.
Voorzover er iets bij de zijstraten stond aangegeven, heetten ze allemaal Calle (steeg), maar dan genummerd, bijvoorbeeld 4a Calle, of 6a Calle.
Dat stond allemaal niet op mijn kaartje. Ik kon ook de loop van de straten niet goed thuisbrengen. Misschien had ik me in de schaal vergist en moest ik gewoon nog wat verder doorlopen. Of misschien stonden al deze zijstraatjes er allemaal niet op. Als ik hier maar rechtdoor liep moest ik uiteindelijk toch bij het Parque Central komen, tegenover de Cathedral, maar tot nu was er nog niets dat daarop wees. Vreemd, vreemd.
Wat was hier eigenlijk wel te zien? Heel veel kraampjes, soms met heel primitieve middelen, bijvoorbeeld met wat ruwe stukken hout en plaatwerk in elkaar gezet. Er was ook een hele straat overdekt en opgedeeld in zeer smalle stroken waar de kraampjes rug aan rug stonden en er tussen de kraampjes amper ruimte was voor twee mensen om elkaar te passeren. Ik zag aan de rand van de stoep een oude vrouw in diverse dampende pannen roeren. Ze bood haar heerlijk geurende brouwsels ter verkoop aan.

De bus probeert zich te verplaatsen op de 4e Avenida in de Barrio Comoyaguela.
Ook hier moest de bus zich door het gewoel heen wringen (zie foto). Een voordeel dat hier geen fietsers zijn!
Ik had geen horloge bij me, maar ik zag ergens op een van de zeer schaarse klokken dat het kwart voor vijf was, dus tijd voor mij om terug te keren, ook al had ik nog geen van de officiele bezienswaardigheden van dit oude gedeelte ontdekt. Misschien moet ik hier nog maar een andere keer weer terugkomen, dacht ik, al moest ik bekennen dat nog niets ontdekt had dat ik mooi kon noemen, al was het allemaal wel interessant om te zien.
Vanwege de tijd liep ik snel weer terug in de richting van de brug, stak de brug over en nam één van de parallele wegen die weer terugvoerden in de richting waar ik vandaan kwam. Het viel me op dat hier de Calle’s weer namen in plaats van nummers hadden, maar ik bedacht dat ik een Avenida moest hebben omdat ik uiteindelijk weer op de Avenida La Paz uit moest komen.
Ik had namelijk inmiddels ontdekt dat alle Avenida’s aan elkaar parallel liepen, en alle Calle’s dwars daarop.
De eerstvolgende Avenida ging ik linksaf. Ik kwam hier echter helemaal niets bekends tegen. Het leek me nu toch alsof de Calle’s meer in de goede richting liepen. Ik wist dat ik naar het oosten moest maar de zon was al erg laag en bovendien verborgen achter wolken die steeds donkerder en dreigender werden. Het was nu warm en erg benauwd en net als gisteren zou weer een enorm onweer los kunnen gaan barsten.
Ik sloeg weer een Calle in, en weer een Avenida, maar nergens een Avenida La Paz. Zo ging het nog even door tot ik een groepje parasols herkende waar ik eerder langs was geweest, vlak nadat ik bij Jan uit de auto was gestapt.
Toen ik hier naar een naam zocht, kwam deze me opeens heel bekend voor van het gekopieerde kaartje dat ik bij me had.
Niet veel later kwam ik dan zomaar uit bij het Parque Central waar ik aan de overkant van de brug vergeefs naar had gezocht.
Ahum.
IK WAS EEN BRUG TE VER!
Nu ja, dat overkomt iedereen wel eens.

Op de terugweg vanaf de brug die ik te ver was gegaan. Voor me het nieuwere gedeelte achter me het oude gedeelte.
Jan had mij dus al tot in het oude gedeelte gebracht terwijl ik dacht dat ik daar nog heen moest lopen. En dat gedeelte over de brug was dus de wijk die door toeristen gemeden werd omdat het er te gevaarlijk was….
Voor bezienswaardigheden was nu geen tijd meer, maar toen ik langs een boekhandel kwam die veel landkaarten tentoonstelde, heb ik daar een relatief goede kaart van Teguc op de kop getikt met het idee dat ik nu in ieder geval niet het risico wilde lopen om verder op de terugweg nog te verdwalen.
Oeps, het was inmiddels al tien over half zes, zag ik, toen ik de boekhandel uitkwam. Dan toch maar een taxi nemen, maar in dit oude gedeelte ging een taxi niet veel sneller dan lopen, dus ik besloot pas bij de Avenida La Paz te lopen een taxi te nemen. Daarvan daan zou ik de weg terug naar het SNV zo’n beetje kunnen wijzen.
Mij was al verteld hoe eenvoudig het was om een taxi te vinden. Als ze leeg zijn toeteren ze bij het rondrijden zodra ze je opmerken en er zijn zoveel taxi´s dat je niet lang hoeft te wachten tot er een langs komt. Je hoeft je hand maar op te steken of ze komen desnoods van de overkant van de straat naar je toe.
Aangekomen bij de Avenida La Paz zag ik dat de weg over de (hier nogal smalle) rivier steil omhoog liep en niet zo duidelijk als brug herkenbaar was waardoor ik hem op de heenweg gemist had.
Ik had binnen een minuut of vijf inderdaad een taxi, maar om uit te leggen in het Spaans (dat ik niet beheers) waar ik heen moest, dat viel niet mee. Ik begon over Barrio Los Minos (dat moest Las Minas zijn, dus dat hielp niet zo erg). Ik kwam aanzetten met mijn kaart, maar dat leek ook niet erg te helpen, vooral omdat ik zelf moeite had om op de kaart uit te vinden waar we heen moesten (bijna geen straatnamen). Toot vertelde later dat ze nog had gedacht: “Als Eva er nu maar niet van uit gaat dat een taxichauffeur hier kaart kan lezen.” Ik begon toen met iets te zeggen over ambassade Americana, maar “ambassade” bleek geen Spaans woord, al knikte de chauffeur vol herkenning bij het woord Americana. Verder liet ik het woord ‘rotulo’ (rotonde) vallen, dat volgens Jan ook wel zou moeten helpen, maar toen vroeg de chauffer welke rotulo ik bedoelde en daar stond ik weer met mijn mond vol tanden.
Daarna bedacht hij op een gegeven moment zelf dat ik waarschijnlijk Las Minas bedoelde, en toen bedacht ik ook weer het Honduras Medical Center en MacDonalds. Vanaf MacDonalds kon ik hem gelukkig precies wijzen waar ik moest wezen, dus dat ging verder zonder problemen.
Toot en Jan waren bij mijn aankomst wel een klein beetje ongerust omdat het al donker begon te worden, met naar het schijnt een groter risico op berovingen. Na mijn verslag over mijn dwaaltocht in de ´verboden´ wijk, merkte Toot op: “Jan en ik zijn er nog niet geweest, we hadden al wel bedacht dat we dan al onze tassen en passen thuis zouden laten.”
Tja.
Ik had inderdaad al mijn pasjes uit voorzorg achtergelaten, en maar weinig geld meegenomen, maar ik had nog wel steeds mijn camera bij me. Ik voelde me echter niet erg geneigd om foto’s te nemen, omdat je dan met zo’n poenerige camera staat op te vallen. Ik ben wel blij dat ik toch een foto heb genomen zodat ik jullie een indruk kan geven van hoe het er uit zag.
In de terugweg in de auto moesten we wel lachen over hoe ik in mijn onschuld in het meest criminele gedeelte van de stad terecht was gekomen, waar ik in mijn eentje nooit was heengegaan als ik het van tevoren had geweten.
Terug in Santa Lucia zagen we op CNN een live uitzending van het JetBlue vliegtuig dat met een gedraaid voorwiel in LA landde en we zagen de voortgang van oorkaan Rita die Houston bedreigt.
Het leven zit vol gevaren en soms zitten ze niet waar je ze verwacht en soms zitten ze wel waar je ze niet verwacht.
2 Comments:
Oh lieve reiziger en zeker geen toerist. En meteen al zo streetwise in Honduras.
In Amsterdam dezelfde problemen.
Lees maar in mijn brief aan een Teckel
Lieve Sophie,
Ik heb vandaag een poging ondernomen om mijzelf voor een immens grote teckel-achtige te fotograferen, maar dat lukte niet helemaal. Ik moest namelijk even weglopen bij mijn camera op statief om de foto te maken, maar om mij heen stonden Marokkaantjes, die probeerde in te schatten of zij in de tussentijd mijn spulletjes konden jatten. (Ik had per ongeluk ook nog een dik gevulde portemonnee bij me, omdat mijn moeder wat pecunia voor mij achtergelaten had in mijn brievenbus. Zeg dat maar niet tegen het vrouwtje, want je weet hoe ze is; op middelbare leeftijd nog even een man met geld aan de haak slaan.)
Volgende keer maar mijn zoon Julian, of anders Manuel meenemen.
De bijbehorende photo wil zich helaas niet laten kopiëren, maar die stuur ik dan wel naar je chello-account.
Doe je voorzichtig?
Nou, dan niet.
Arthur
Hi Arthur,
ja ik heb de foto gezien, lijkt nogal op een actiefoto, niet echt relaxed, zeg maar....
En natuurlijk doe ik voorzichtig...
Eva
Post a Comment
<< Home