gefragmenteerde specialisatie versus integratie
Hoe moet het met kinderen die opgroeien voor galg en rad? Kinderen die losslaan van de, jawel, normen en waarden van hun eigen cultuur, ongelukkig en agressief zijn en daardoor een bedreiging vormen voor de stabiliteit van diezelfde cultuur?
Ik hoorde antwoorden van overheid en wetenschappers die me ernstig verontrusten.
"Staatsopvoeding is voor mij geen vies woord", zegt kamerlid Jeroen Dijsselbloem (PvdA). (Trouw, maart 2006)
"Mensen in het werkveld moeten de beschikking krijgen over meer middelen, zodat zij sneller tot actie kunnen overgaan," zegt jeugdonderzoeker Prof. J. Hermanns aan de UvA in hetzelfde artikel van Heidi Huisman.
Wat voor actie?
In het belang van het kind zouden alle ouders opvoedingsondersteuning moeten krijgen, vindt pedagoog Prof. R. van IJzendoorn. Bijvoorbeeld in de vorm van video-opnamen thuis, die een deskundige becommentarieert. (NRC, sep 2007)
Deze uitspraken geven een trend weer in de richting van steeds meer specialisatie, waar opvoeden de deskundigheid wordt van specialisten die een hogere opleiding hebben genoten. Dit heeft op mij een enorm vervreemdend effect.
Van IJzendoorn benadrukt dat opvoeden moeilijk is, en hij citeert een (naar het schijnt) Afrikaans spreekwoord: "It takes a village to raise a child".
Maar in plaats van de wijsheid van deze uitspraak letterlijk te nemen, vertrouwt hij op geleerde specialisten om de deskundigheid van dat dorp te vertegenwoordigen. Specialisten die weinig gemeen hebben met de gezinnen waarin ze komen binnenzeilen om orde op zaken te stellen, waarna ze opstomen naar nieuwe probleemgevallen. Het is moeilijk voor te stellen dat deze hulp enig soelaas biedt, laat staan enig blijvend effect teweeg brengt, waar het natuurlijk uiteindelijk om gaat.
Wat is dan die wijsheid dat je een heel dorp nodig hebt om een kind te laten opgroeien?
Op een discussielijst gewijd aan Afrikaanse onderwerpen werd de vraag gesteld of "It takes a village to raise a child" inderdaad een Afrikaanse oorsprong had. Er kwam geen duidelijk antwoord op, zelfs opperde iemand dat het mogelijk een Indiaans spreekwoord was. Maar wel vertelden twee schrijvers wat het volgens hen betekende.
Lawrence Mbogoni:
Prema Qabir:
Het paniekerige, controlerende, maar ongecontroleerd visieloos ingrijpen van de overheid lijkt me een uiting van gefragmenteerde specialisatie. Mijn zorg is dat dit ingrijpen sociaal geïsoleerde gezinnen nog verder zal vervreemden van de maatschappij waarin ze leven.
Het lijkt me noodzakelijk onze inspanningen daarentegen te richten op een effectievere en meer duurzame weg: integratie van mensen en bezigheden in een betekenisvolle sociale context.
Gefragmenteerde specialisatie versus integratie komt tot uiting op diverse levensgebieden.
De inrichting van woningen en buurten; in geïsoleerde stukjes met één soort bewoners doorsneden door wegen, of als een gevarieerde mengelmoes gegroepeerd rondom een levendig centrum.
De inrichting en de rol van scholen; leerlingen in geïsoleerde groepjes van dezelfde leeftijd, opgeborgen in aparte gebouwen, of in gemengde leeftijdsgroepen en midden in de maatschappij.
De inrichting van het werk; in glimmende kantoorblokken of troosteloze industrieterreinen waar een kind niet welkom is en niet eens zou willen komen, of opgedeeld in kleinere kernen van bedrijvigheid, waar ook kinderen mogen komen om hun ouders te bezoeken en aan het werk te zien.
De inrichting van de overheid; met een lange, als harteloos ervaren arm, of met zeggenschap direct in de buurt en om de hoek.
Niet morgen gerealiseerd, maar wel bereikbaar als de overheid een visie ontwikkelt en een vaste koers vaart.
Ik hoorde antwoorden van overheid en wetenschappers die me ernstig verontrusten.
"Staatsopvoeding is voor mij geen vies woord", zegt kamerlid Jeroen Dijsselbloem (PvdA). (Trouw, maart 2006)
"Mensen in het werkveld moeten de beschikking krijgen over meer middelen, zodat zij sneller tot actie kunnen overgaan," zegt jeugdonderzoeker Prof. J. Hermanns aan de UvA in hetzelfde artikel van Heidi Huisman.
Wat voor actie?
In het belang van het kind zouden alle ouders opvoedingsondersteuning moeten krijgen, vindt pedagoog Prof. R. van IJzendoorn. Bijvoorbeeld in de vorm van video-opnamen thuis, die een deskundige becommentarieert. (NRC, sep 2007)

Van IJzendoorn benadrukt dat opvoeden moeilijk is, en hij citeert een (naar het schijnt) Afrikaans spreekwoord: "It takes a village to raise a child".
Maar in plaats van de wijsheid van deze uitspraak letterlijk te nemen, vertrouwt hij op geleerde specialisten om de deskundigheid van dat dorp te vertegenwoordigen. Specialisten die weinig gemeen hebben met de gezinnen waarin ze komen binnenzeilen om orde op zaken te stellen, waarna ze opstomen naar nieuwe probleemgevallen. Het is moeilijk voor te stellen dat deze hulp enig soelaas biedt, laat staan enig blijvend effect teweeg brengt, waar het natuurlijk uiteindelijk om gaat.

Op een discussielijst gewijd aan Afrikaanse onderwerpen werd de vraag gesteld of "It takes a village to raise a child" inderdaad een Afrikaanse oorsprong had. Er kwam geen duidelijk antwoord op, zelfs opperde iemand dat het mogelijk een Indiaans spreekwoord was. Maar wel vertelden twee schrijvers wat het volgens hen betekende.
Lawrence Mbogoni:
"It takes a whole village to raise a child" reflects a social reality some of us who grew up in rural areas of Africa can easily relate to. As a child, my conduct was a concern of everybody, not just my parents, especially if it involved misconduct. Any adult had the right to rebuke and discipline me and would make my mischief known to my parents who in turn would also mete their own "punishment." The concern of course was the moral wellbeing of the community.

I grew up in Detroit, Michigan. In my neighborhood the houses were side-by-side along a city block. Our block was a "village" when I was growing up. Old Mr. Johnson, who lived across the street monitored our activities throughout the day while my single-parent mother worked. If we got too rowdy, Mr. Johnson would get us in line from his front porch. We knew that we were loved and protected.Hoewel de lapmiddelen die sommige politici en wetenschappers nu voorstellen mogelijk de ergste nood kunnen lenigen, is het volgens mij belangrijker om te zien hoe we de gezamenlijkheid -- de sociale context die zowel psychologische als praktische hulp biedt -- in de huidige samenleving vorm kunnen geven. Hulpverleners kunnen zo goed als niets uitrichten in monoculturen van arme eenoudergezinnen. Buurten waar een positieve vorm van verbondenheid heerst, waar de bewoners zichzelf competent en zelfverzekerd voelen, zullen een veel betere voedingsbodem zijn voor gezonde, energieke en emotioneel stabiele kinderen.
How do we re-embrace that aspect of community that makes us feel loved and protected, in the 21st century? Furthermore, how do we incorporate information gained from "paradigm shifting" and "consciousness raising" so that we don't damage the psyche of the individual?
This is the question that I think "It Takes A Village" raises for me.
Het paniekerige, controlerende, maar ongecontroleerd visieloos ingrijpen van de overheid lijkt me een uiting van gefragmenteerde specialisatie. Mijn zorg is dat dit ingrijpen sociaal geïsoleerde gezinnen nog verder zal vervreemden van de maatschappij waarin ze leven.
Het lijkt me noodzakelijk onze inspanningen daarentegen te richten op een effectievere en meer duurzame weg: integratie van mensen en bezigheden in een betekenisvolle sociale context.
Gefragmenteerde specialisatie versus integratie komt tot uiting op diverse levensgebieden.
De inrichting van woningen en buurten; in geïsoleerde stukjes met één soort bewoners doorsneden door wegen, of als een gevarieerde mengelmoes gegroepeerd rondom een levendig centrum.
De inrichting en de rol van scholen; leerlingen in geïsoleerde groepjes van dezelfde leeftijd, opgeborgen in aparte gebouwen, of in gemengde leeftijdsgroepen en midden in de maatschappij.
De inrichting van het werk; in glimmende kantoorblokken of troosteloze industrieterreinen waar een kind niet welkom is en niet eens zou willen komen, of opgedeeld in kleinere kernen van bedrijvigheid, waar ook kinderen mogen komen om hun ouders te bezoeken en aan het werk te zien.
De inrichting van de overheid; met een lange, als harteloos ervaren arm, of met zeggenschap direct in de buurt en om de hoek.

Niet morgen gerealiseerd, maar wel bereikbaar als de overheid een visie ontwikkelt en een vaste koers vaart.
0 Comments:
Post a Comment
<< Home